Het gebied van de Berger- en Egmondermeer in de tijd dat zij nog water
waren, vormde in feite een aparte boezem (waterberging) die door de
Brantgen Heinismolens bij Alkmaar werd bemalen. Door de droogmaking
van de Berger- en Egmondermeer werd deze boezem sterk verkleind, ter
wijl de belasting van de boezem toenam door de watermolens waarmee het
nieuwe land werd droog gehouden. In 1564 werd daarom door middel van
het graven van de Steesloot tussen de ringvaart van de Berger- en
Egmondermeer en de Alkmaarse stadsgrachten een open verbinding met de
Schermerboezem tot stand gebracht
Er kwam een proces van poldervorming op gang. Door de aanleg van
kaden kon men zich beschermen tegen het hoge, niet langer door molens
bemalen boezemwater. De plaatsing van poldermolens maakte het mogelijk
onder vrijwel alle omstandigheden op die boezem te lozen.
De Wimmenumermolen komen we voor het eerst tegen op een kaart van de
Egmondermeer uit 1574 van de hand van Gerrit Dirksz. Langedijk. In 1583
komen we de Wummenommer polder' voor het eerst in de archieven tegen.
Er waren in dat jaar moeilijkheden gerezen tussen de dorpelingen van
Wimmenum en de ingelanden van niet alleen de Wimmenummer, maar ook
de Philisteinse polder over de versperring van de scheisloot tussen de
bedijkte Egmonder- en Bergermeer. Helaas staan ons hierna tot diep in de
20c eeuw maar bitter weinig gegevens over de lotgevallen van de Wim-
menummerpolder ter beschikking.
Archief
Het slechts fragmentarisch overgeleverde archief van de heerlijkheid
Wimmenum speelt ons parten bij de reconstructie van de geschiedenis van
de polder. In het polderarchief is er zelfs nagenoeg helemaal niets van voor
het eind van de 19c eeuw bewaard gebleven, op één molenmakersrekening
na van 1723.
Volgens overlevering moet het oude archief van Wimmenum en/of Egmond
ook in handen zijn geweest van een handige antiquair, die er behoorlijk in
gesnuffeld heeft en, naar men zegt, er goede zaken mee heeft gedaan. Er
moeten brieven verdwenen zijn van o.a. René Descartes (1596-1650), die
zijn woning had in Egmond a/d Hoef en daar in 1643 tot het laatst verbleef.
Het archief is in 2001 geïnventariseerd door D. Aten, en het berust thans in
het Regionaal Archief Alkmaar aan de Hertog Aalbrechtweg. Het beslaat
ongeveer 30 cm. De notulen van de bestuursvergaderingen zijn het lezen
50
Geestgronden, 14 (2007), nr. 2/3