haarnetjes. Vader probeerde zo goed mogelijk te helpen, maar door het
twijfelen van de klant werd hij ongedurig. Het resultaat was dat de dame
zonder haarnetjes de deur uit ging.
Omdat het werk in de winkel moest doorgaan, was hulp in de huishouding
noodzakelijk. Dit waren Corrie Dekker-Schol (van 1946 tot 1960) en Janny
de Waard (van 1957 tot 1964). Willy Zwart en Lientje Dekker hebben
enkele jaren in de winkel hun steentje bijgedragen.
In die tijd was het, in bepaalde gevallen, de gewoonte om mensen die over
leden waren te scheren. Later, met de komst van scheerapparaten was dit
niet meer nodig.
Als een jongen naar de kapper werd gestuurd was het wel de bedoeling dat
het zo kort mogelijk werd geknipt. Men kon dan zo lang mogelijk wegblij
ven voor een volgend bezoek. Het gebeurde wel eens dat op verzoek van de
jongen het haar wat langer werd gelaten. Kort daarna kwam hij met zijn
moeder terug en op niet mis te verstane wijze werd duidelijk gemaakt wat
de bedoeling was.
Toen mijn broer en ik een jaar of 17 waren, werden wij ook ingeschakeld
om op zaterdagmiddag in "de salon" te helpen. Deze hulp bestond uit het
inzepen van de klant, zodat hij direct door mijn vader of Klaas geschoren
kon worden. Op deze middagen was het altijd erg druk en gezellig met
vaste klanten. Het was lachen en natuurlijk 'voerden' we elkaar en dan was
het helemaal bal. Vader die veel gevoel voor humor had, kon dit vuurtje
soms aardig aanwakkeren.
Eens kwam er een klant binnen die op dat moment een probleem had. Hij
liep te ijsberen en mompelde wat in zichzelf. Waarop mijn vader reageerde:
"Is er wat Blok?" De man antwoordde: "Bosman, mag troef verzaken?
"Nee, natuurlijk nietWaarop de man "de salon" weer verliet.
Het gebeurde ook dat mijn vader tegen sluitingstijd tegen mij zei: "Ga jij
Tinus Gul even waarschuwen dat hij kan komen". Deze had in de
Zuiderstraat een boerenbedrijf en had het druk met het vee.
Geestgronden, 13 (2006), nr. 1
7