eftig Grijze haren
ster Lange dagen onderweg naar zijn patiënten, gebroken nachten, om de week
oest een zondag vrij als er tenminste geen bevalling was en zelf een groot gezin.
istas Als je daarbij denkt aan de zware verantwoordelijkheid en de onmogelijk-
taar heid om onfeilbaar te zijn, dan vraag je je af hoe dokter Moons dat heeft
kker volgehouden. Wie een foto van de dokter uit 1953 vergelijkt met één uit
1963, ziet dat hij een jasje heeft uitgedaan. Een van zijn patiënten, de moe
der van een groot gezin, mevrouw Coba Pepping-Marxs (1925), weet nog
hoe de dokter in de jaren vijftig in korte tijd grijze haren kreeg. Je kon mer-
n in ken dat hij zich het leed van zijn patiënten erg aantrok. Volgens haar had
ïont dokter Moons een heel goede vrouw achter zich staan (mevr. Moons-Sips
.In 1914- 1968 red.).
een Dokter Moons geeft toe dat het werk allengs zwaarder werd: "In de loop
nne van de jaren vijftig werd de praktijk steeds groter, 's Morgens deed ik visi-
ing. tes in de Hoef en Egmond -Binnen tot Castricum aan toe. 's Middags had
ik spreekuur en daarna visites in Egmond aan Zee en 's avonds bezocht ik
mijn patiënten in Heiloo. Mijn kinderen moesten 's morgens de medicijnen
in Heiloo afgeven als ze naar school gingen in Alkmaar. Tevens deed ik per
jaar ruim honderd bevallingen. Mijn vrouw werkte keihard mee. Ik was
bijna nooit meer thuis en voelde dat het zo niet kon doorgaan. Rond 1960
heb ik de praktijk in Heiloo overgedaan aan dokter Jansen, tot ergernis van
die patiënten. Maar het bracht onvoldoende soulaas. Ik kon het niet meer
besloffen en was bang om een hartinfarct te krijgen zoals sommige colle
ga's. We vertrokken in 1964 naar Arnhem. In Egmond werd dit zeer
betreurd. Opvolger was het artsenechtpaar Versteegh en in 1972 kwam dok
ter Plat erbij. Na hun tijd verhuisde de praktijk naar het voormalige Karmel
klooster.
bij
lok-
De Derper matroos
De dokter werkte 11 jaar als bedrijfsarts op het girokantoor in Arnhem. In
die periode en na zijn pensioen maakte hij af en toe een reis als scheepsarts
op cruiseschepen van de KNSM: de Oranje Nassau en de Prins der
Nederlanden, onder meer naar Zuid Amerika. Op zo'n schip werkte 'n
matroos waarover de dokter met plezier vertelt: "Wij voeren van
ir. 1
Geestgronden, 13 (2006), nr. 1
19