In de oorlog was op 'n gegeven moment de stroom afgesloten door de
bezetter en je moest alles verduisteren. In de begintijd reed dokter Moons
nog wel met de auto, met de koplampen verduisterd op een klein spleetje
na. Dat ging, want er was verder niemand op straat. Zelfs zijn fietslantaarn
moest geblindeerd worden. Verder moest hij zich vaak behelpen met 'n
knijpkat. Een metalen gevalletje van Philips waarin je kneep om een klein
lichtje te hebben. Telefoon had bijna niemand. "Om bereikbaar te zijn, liet
ik, als ik visites ging doen, altijd een lijst achter met de adressen. In een
noodgeval stapte een van de dienstbodes op de fiets om mij op te sporen.
Het is nu ondenkbaar, maar ik ben ook wel eens op 'n zondagochtend door
'n boer uit de kerk gehaald voor 'n kind met rode uitslag.
Herinnering van Jan Dekker
Jan Dekker (1913) kreeg samen met zijn vrouw Marie van Schagen (1917
1999) 11 kinderen, eigenlijk dertien, maar twee kinderen die niet lang
leefden in de oorlog, werden niet meer meegeteld. Dokter Moons deed vrij
wel alle bevallingen. In december 1940 werd het eerste kind geboren in een
boerderijtje aan de Banweg op 't Woud. Jan vertelt: "Het vroor hard. De
stroom was afgesloten en er was alleen 'n peterolielamp. De auto van dok
ter Moons stond aan de luwe kant van de stal met koeiendekken eroverheen
en af en toe lieten we de motor even draaien. Guurt van Jaap de Waard
kwam helpen en dat deed ze erg goed. Mijn vrouw lag in de bedstee en ik
lichtte de dokter bij met 'n zaklantaarn. De bevalling liep voorspoedig.
Dokter Moons was voor veel gezinnen de steun en toeverlaat bij ziekte,
armoe, gestorven kinderen en andere ellende, zo ook van de Dekkers. Toen
het boerderijtje met al hun spullen afbrandde, kwam de dokter met kleertjes
en dekentjes aan zetten. Dekker:Hij stond dag en nacht voor je klaar. Als
hij zei dat hij kwam, dan kwam hij, al was het nog zo laat.Bij menige
geboorte werd de rekening door de dokter zelf verscheurd. Omgekeerd
deed Jan ook wat hij kon. Dan bracht hij een maaltje vlees van de slacht of
hij zette een gestroopt konijntje bij de dokter op de stoep. De band is
nadien nooit verbroken. De dokter heeft na zijn pensionering Jan en Marie
verschillende malen bezocht.
12
Geestgronden, 13 (2006), nr. 1