Tot aan de verkoop van het graafschap Egmond aan de Staten van Holland in
1607, werden de ambtenaren aangesteld door de eigenaar van het gebied, de
graaf van Egmond. Dit was vanaf 1590 Lamoraal II, geboren in 1558 als zoon
van Lamoraal van Egmont en Sabina van Beieren. Hij studeerde te Keulen en
Mainz. In 1590 volgde hij zijn broer Philips op als 6de graaf van Egmond.' Hij
bewoonde van 1595 tot 1605 het door hem herstelde entreegebouw van het in
1573 door de Geuzen vernielde slot te Egmond. In 1595 stelde hij Loeff van
Herlaer (kleinzoon van Loeff, die in 1566 begraven is in de Slotkapel, zerk L
10-11) aan als schout van Egmond. Ook benoemde hij Pieter van Egmond
Aalbrechtsz. als schout, en Steven Jansz. en David Juriaansz. als bode van
Egmond.4 Nadat Lamoraal in de periode 1599-1601 al een aantal bezittingen
particulier van de hand had gedaan5, verkocht hij, als gevolg van hoog oplo
pende schulden, in 1607 het graafschap Egmond met alle bijbehorende goede
ren, waaronder de Heerlijkheid Purmerend, aan de Staten van Holland.6
Afb. 2: Gezicht op het entreegebouw van het Slot. Tekening van Roeland
Roghman, 1645
Vanaf 1607 hebben de Staten van Holland als eigenaar van het voormalige
graafschap de touwtjes in handen en dus ook het aanstellen, c.q. benoemen
Geestgronden, 10 (2003), nr. 4
73