Jos Hof vervolgt zijn in Geestgronden jrg. 7, nr. 4 (december 2000) begonnen
serie over personen die in de Slotkapel begraven liggen, en hun graven. Nu
belicht hij een aantal bekleders van openbare ambten. (Red.)
J. Hof
BEGRAVEN IN DE SLOTKAPEL (6)
De meeste (mannelijke) personen die hun laatste rustplaats hebben in de
Slotkapel, vervulden naast hun beroep of ambacht ook een overheidsfunc
tie. In 'hun' tijd was het bestuur van de Egmonden en de daarbij behorende
ambten duidelijk anders geregeld dan vandaag de dag. De meeste functie
namen van toen bestaan niet meer. Alleen die van burgemeester, secretaris
en bode klinken ons bekend in de oren, zij het, dat die van burgemeester nu
een heel andere invulling heeft dan in de zeventiende en achttiende eeuw.
Een nadere uitleg betreffende de openbare functies lijkt mij wel op zijn
plaats.
Om te beginnen was er de baljuw. Dit was een (hoge) ambtenaar, aange
steld door de Landsheer of de Staten, belast met 'Hoge Rechtspraak'. Als
hoofd van het college van baljuw en leenmannen (een zevental aanzienlijke of
welgeboren mannen uit het dorp) sprak hij recht in belangrijke civiele en cri
minele zaken.(Hij was bevoegd de doodstraf op te leggen.)
De schout was eigenlijk een 'Hoofd van Politie'. Hij hield toezicht op het
handhaven van de openbare orde, op het onderhoud van wegen en dijken,
het arresteren van misdadigers en de tenuitvoerlegging van het vonnis. Ook
was hij voorzitter van de Schepenbankhet college van schout en vijf sche
penen.'
Schepenen waren personen, die zich bezighielden met de 'Lage Recht
spraak', zoals kleine civiele zaken. Zij werden gekozen voor de periode van
één jaar (van Pasen tot Pasen), wat kon worden verlengd tot maximaal
twee jaar.
Het ambt van burgemeester had tot het begin van de negentiende eeuw een
heel andere invulling. Deze functionaris was belast met de financiële admi
nistratie van het dorp waar hij was aangesteld.
De secretaris was in feite de administrateur van de Egmonden. Meestal was
hij ook de plaatselijke notaris.
De collecteur der imposten hield zich bezig met het innen van de 'plaatse-
Geestgronden, 10 (2003), nr. 4
71
