'Wimmenum' (2)een retourschip Het tweede schip met de naam Wimmenum was een groot retourschip van 1.150 ton, dat in 1752 te Amsterdam werd gebouwd. Het schip werd uitge rust door de Kamer van Amsterdam en vertrok op 3 oktober 1752 voor zijn eerste reis naar Batavia. Kapitein Johan Louis Philippi was op deze reis de gezagvoerder. Bij het vertrek waren er 367 personen, onder wie een vrou welijke slaaf, aan boord. Na 289 dagen kwam de Wimmenum op 18 juli 1753 te Batavia aan. Onderweg waren vijf zeelieden en 17 soldaten gestor ven en waren drie soldaten gedeserteerd. Tijdens de tussenstop in Kaap de Goede Hoop gingen veertien personen van boord en kwamen er vijf nieuwe personen bij. Uiteindelijk zouden er dus 333 mensen in Batavia aankomen. Het lot zou de Wimmenum niet gunstig gezind zijn. In januari 1754 werd het schip, nog geen twee jaar oud, overvallen door piraten afkomstig van de kust van Malabar. Het schip vatte vlam en explodeerde. De lading zou op dat moment uit porselein hebben bestaan. Het retourschip Wimmenum keer de dus nooit terug naar Nederland. Het wrak rust op de zeebodem. De stranding van de 'Overhout' Op 31 augustus 1777 strandde bij Egmond aan Zee, het VOC-schip Overhout (zie atb. 3). De Overhout' was in 1771 te Amsterdam gebouwd en 1.150 ton groot. Het schip was in de vaart voor de Kamer van Amsterdam, voor welke Kamer het twee retourreizen zou maken. De eerste reis (1772 - 1774) werd gemaakt onder bevel van kapitein Hendrik Willemse. De Overhout bracht een lading ter waarde van 155.416,- retour. Tijdens de tweede reis 1774 - 1777) was kapitein Pieter Angelvorst de gezagvoerder. Angelvorst was een ervaren zeeman die al twee eerdere retourreizen, met de Jonge Samuel (1769 - 1771) en de Woestduin (1.150 ton, 1771 - 1773) had gemaakt. De tweede reis van de Overhout zou geen gelukkige zijn. Van de 337 ingescheepte personen stierven er op weg naar Batavia 28 terwijl er vijf deserteerden. Op de retourreis naar Nederland overleden voortijdig tien van de 122 schepelingen. Tot overmaat van ramp zou de Overhout bij Egmond aan Zee stranden en door de golven aan stukken worden geslagen. De lading die op het moment van de stranding aan boord was, had een waarde van tussen de 140.000,- en 160.000,-. Op maandag 1 september 1777 hield de Kamer van Amsterdam een verga dering.2 In deze vergadering werd een per expresse ontvangen bericht van W.A. van Nassau Woudenberg, rentmeester-generaal van de Domeinen van Geestgronden, 9 (2002), nr. 4 103

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2002 | | pagina 7