'Wimmenum' (1): een fluitschip
Het fluitschip Wimmenum kwam eind 1669 in de vaart. Het was eerder dat
jaar afgebouwd op de VOC-werf in Amsterdam en was 448 ton groot.
Hoewel het fluitschip bijna tweemaal zo groot was als een jacht als de hier
voor beschreven Egmond, waren er in de regel minder opvarenden: namelijk
circa 100 op de Wimmenum tegen 130 op de Egmond. Op 13 oktober 1669
vertrok de Wimmenum van de rede van Texel met bestemming Batavia,
waar men op 21 juni 1670 arriveerde. Tijdens de heenreis, die onder gezag
voerder kapitein Adriaan Drom werd gemaakt, waren er drie doden te
betreuren. Na het 'winterseizoen' in 'de Oost' te hebben doorgebracht.
Afb. 1: Voorbeeld van een fluitschip. Uit: Elly Bos en Maartje de Haan. Het rijk
van Neptunus. Maritieme prentkunst rond de Gouden Eeuw. Maritiem Museum
'Prins Hendrik" Rotterdam 1996, p. 39
wendde men de steven en vertrok op 1 februari 1671 voor de terugreis naar
Nederland. Tussen 10 en 23 april 1671 maakte de Wimmenum de gebruike
lijke tussenstop bij Kaap de Goede Hoop. Hier ontstond op een avond tij-
Geestgronden, 9(2002). nr. 4
101