in die ontwikkelen zich, het zelfbewustzijn van de mensen die daar wonen neemt niwen toe, er ontstaan nieuwe vormen van religieus leven: bagijnen en bedelor- theca- den. Leken emanciperen zich geleidelijk ten opzichte van geestelijken. Ook twen- de heiligen van de oude kloosters hebben afgedaan, zelfs voor genezing van kwalen. Men zoekt zijn heil niet meer bij Adalbert en Jeroen, maar bij typische stadsheiligen als Liduina van Schiedam. Ook eucharistische won- ondse deren doen het goed. Enkele voorbeelden uit de buurt van Egmond: het delin- Mirakel van Amsterdam (1345), het Heilig Bloed van Bergen (1422) en het nende Heilig Bloed van Alkmaar (1429). Daarnaast zijn er relieken van het Heilig veel Kruis en een verontrustend groot aantal Mariabeelden die pelgrims op de staan been brengen. Ook Sint Anna, patrones van het huisgezin en de huiselijke iet de haard, is in de steden enorm populair; ook in Alkmaar, ien en Wat betreft behandeling van ziekten en verzorging van patiënten blijven tegen religieuzen en leken met elkaar in gesprek of eerder: in gevecht. In onze ingen eigen omgeving nog tot ver na de tweede wereldoorlog en elders woedt de tot in strijd nog altijd voort. Wie heeft er meer gevoel voor de patiënt, wie weet iende het het beste? En waar gaat het eigenlijk om bij genezing? Van Foreest ingen weet het wel (hij verwacht heel veel - zo niet alles - van een goede diagno- r naar se en van zorgvuldig bereide geneesmiddelen), maar Zuermond weet het is op- ook (een stola kan de duivel schrik aanjagen; hij denkt als monnik vooral in de aan het heil van de ziel). Wij moeten niet uitsluiten dat Van Foreest in zijn verhaal een karikatuur Latijn heeft geschilderd van hoe geestelijken te werk gingen, zodat zijn eigen liveau optreden als 'waarlijk verstandig' en 'verlicht' zou worden beoordeeld, ich in meer in overeenstemming met de 'nieuwe tijd'. Hij heeft natuurlijk met ia een zijn zuivere waarnemingen voor een groot deel het gelijk aan zijn kant. en hij Maar er is meer. Waarom zou een stola bij een zieke niet kunnen werken? krnal- Of andere rituelen zoals onderdompeling (mits niet te lang), een brandende osoof kaars, een gebed of wat mij betreft een goed gesprek. Waarom niet? Het zijn handelingen, vormen van troost, die de genezing wel degelijk kunnen bevorderen. Idealiter werken de Van Foreesten en de Zuermonds samen en uit de hebben ze waardering voor elkaar. Ook hier past dan de even droeve als ien én stereotiepe constatering: 'Er is nog een lange weg te gaan.'O doos- en als land- teden nr. 4 Geestgronden, 9 (2002). nr. 4 125

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2002 | | pagina 29