loos was, maar wat nu Wilhelminastraat heet. Een als stolpboerderij
gebouwd huis, eigendom van G. Ruigewaard. Wat een vooruitgang! 2
kamers, een gang en een schuur. Het woongedeelte was afgescheiden van
de boerderij waar mevrouw Ruigewaard als hobby wat koeien hield, waar
over Skeleve (skeleve=schele, red) Jaap (ik heb nooit geweten hoe de man
echt heette) boerde, 's Morgens voor dag en dauw hoorde je hem dan foete
ren tegen die beesten, als ze zijn melkemmer probeerden om te trappen. Er
worden op ons erf een kettenstal en een wagenhok gebouwd en twee grote
poorten met een afsluiting aan de binnenkant om ket en wagens toe
gang en uitgang te verschaffen. Maar buiten die poort is alleen maar zand,
onberijdbaar voor een zware kar met vis. Vader schaft raad: op het Westend
wordt een oud huis gesloopt, ongeveer daar waar nu Café De Boei is. Er
woonde in dat huis ene Kees Dekker, bijgenaamd De Klokkefrik. Hij had
een groot gezin, waarvan ene Clara, Christien, Jacob en Wim bij ons op
school zaten. Ik meen te weten dat zij naar Beverwijk verhuisden. Of het
gratis was weet ik niet, maar er werden wagens met afbraak steen en hele
stukken muur gestort tussen onze poort en de Kerkstraat. Bij Ome Thijs
Hoebe werden voorhamers geleend om die brokken stuk te slaan en zo ont
stond het eerste primitieve gedeelte van de Wilhelminastraat. Ten oosten
van de Kerkstraat en de pastorie was er ruimte met stukjes land. Wel was er
wat nu Watertorenweg heet: een karrepad naar landerijen, o.a. naar de
Nollen.
In dat jaar wordt er begonnen met de bouw van een watertoren, met daar
achter een pompstation. Het bouwen wordt stopgezet om een reden die ik U
nu ga vertellen.
Het is de laatste dag van juli, dus ik heb vakantie. Die dag, een vrijdag, ga
ik Vader tegemoet, die van de visventerij zal terugkeren uit Warmenhuizen
met de kettenkar. Hoewel het via het melkpadje korter is, moet ik via De
Hoef anders loop ik mijn Vader misschien mis. Ergens op 't Woud zie ik
Vader aankomen en ik rijd met hem mee naar huis. Op De Hoef gekomen
bemerken wij een grote consternatie: huilende vrouwen, grote rood-wit-
blauwe plakkaten aan bomen en publikatieborden: algehele mobilisatie!!
Wat een paniek! 2/3 van de bouwers van de watertoren moeten opkomen,
zoals dat heet.Vele middenstanders met eenmanszaken, jonge boeren en
bouwers. De hele maatschappij ligt overhoop. De volgende week komt
Olof doodop met verlof. Hij is drie dagen en halve nachten behulpzaam
moeten wezen bij het keuren van gevorderde paarden.
Geestgronden, 6 1999), nr. 4
123