Strijd in Noord-Holland; een kaartblad op drift Oorlogvoeren in een onbekend gebied vereist goede landkaarten. Het valt te betwijfelen of de Britten die in voldoende mate bij zich hadden, toen zij in Noord-Holland aankwamen. York zal er zeker op uit zijn geweest om ter plaatse genoeg bruikbare kaarten van het strijdtoneel in handen te krijgen. De veldtocht verliep aanvankelijk voorspoedig. Grote delen van Noord-Holland, waaronder de steden Hoorn en Alkmaar, konden worden bezet en daar zullen ongetwijfeld de nodige kaarten van Yorks gading te vinden zijn geweest. Het is lang niet denkbeeldig dat hij toen ook de hier besproken kaart van Egmond in zijn bezit heeft gekregen. Wie het verloop van de strijd volgt en niet terug schrikt voor enig fantaseren, kan zich zelfs voorstellen dat York die kaart ook gebruikt heeft. Het voorgaande houdt blijkbaar niet in dat ook de Russen over goed kaartma teriaal konden beschikken. De Russische bevelhebber klaagde er tijdens de strijd tenminste over dat de Britten zijn divisie zonder kaarten en gidsen lieten ronddolen. Om Egmond aan Zee is door de strijdende partijen hard gevoch ten. Op 2 oktober slaagde een voornamelijk uit Britten bestaande colonne erin om langs het strand en door de duinen tot vlak bij Egmond door te dringen. Daartoe moesten zware gevechten worden geleverd die zich ten dele afspeel den in het duingebied tussen Bergen en Egmond, maar ook op het strand ter hoogte van Egmond aan Zee. In de nacht van 2 op 3 oktober trokken de Frans-Bataafse strijdkrachten zich terug tot bij Wijk aan Zee en Beverwijk. In de loop van de derde oktober konden Britse troepen toen zonder slag of stoot Egmond aan Zee binnentrekken. Op dat tijdstip kon York nog hopen dat de veldtocht met enig succes zou wor den bekroond. Op 6 oktober werd die hoop de bodem ingeslagen. Een aanval van de Engelsen en Russen in de richting van Holland op zijn smalst liep vast bij Castricum en eindigde in een complete terugtocht, die tot de Zijpe voort duurde. York realiseerde zich dat de positie van zijn leger, met de winter in aantocht, zo goed als onhoudbaar was geworden. Hij zocht contact met gene raal Brune, de bevelhebber van de Frans-Bataafse legers en slaagde erin met hem een regeling te treffen. Brune wilde de Britten en Russen wel kwijt en maakte het York niet te moeilijk. Er gingen trouwens geruchten dat York zijn tegenstander, die bekend stond om zijn hebzucht, met leuke cadeaus in een goede stemming had gebracht. Zo zou Brune een aantal fraaie Engelse paar den in ontvangst hebben genomen. York wist tijdens de onderhandelingen voor zijn troepen onder meer een vrije aftocht te bedingen. De Engelsen en Russen moesten Noord-Holland dan wel voor 30 november hebben verlaten. Geestgronden5 (1998), nr. 2 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1998 | | pagina 15