Gelet op het voorgaande is het ook niet zo vreemd dat juist Rollerus de heerlijkheid Castricum in kaart heeft gebracht. Die kaart is verschenen in 1737, maar moet toen al enige tijd in handschrift hebben bestaan. Rollerus is namelijk in 1729 gestorven. Tot 1728 is Johannes Rollerus in Beverwijk blijven wonen. Hij blijkt daar in dat jaar ook nog' werkzaam te zijn geweest als procureur. In die functie trad hij in rechtszaken op als vertegenwoordiger van procederende partijen. We vernemen dat hij enige huizen aan de Breestraat in zijn bezit had en mogen daaruit opmaken dat hij in tamelijk goede doen verkeerde. Het ziet er bovendien naar uit dat zijn vrouw Elisabeth Veeris ook een bijdrage leverde aan de gezinsinkomsten. Zij hield een manufacturenwinkel. Toch is Rollerus blijkbaar niet geheel tevreden geweest met zijn bestaan in Beverwijk. Voor het jaar 1728 om was, verhuisde hij met zijn vrouw en hun vier kinderen naar Amsterdam. Hij was daar benoemd tot provoost van het Oranje-Regiment. Als zodanig was hij belast met het handhaven van de krijgstucht. Veel vreugde heeft hij aan zijn vertrek naar Amsterdam niet beleefd, want al in juli 1729 is hij daar overleden, na een ziekbed van drie dagen, en nog geen 53 jaar oud, Na zijn dood werd zijn functie van schout en secretaris van Castricum gedurende een half jaar waargenomen door zijn zoon Melchior Veeris Rollerus. Dat zou zeker niet gebeurd zijn als Johannes geen man van repu tatie was geweest. Het gemeentebestuur van Castricum heeft enige tijd geleden aanleiding gezien om de naam van Johannes Rollerus aan de ver getelheid te onttrekken: er is een straat naar hem genoemd. Een kaart van koninklijke herkomst Laten we nog even terugkeren naar de kaart van Egmond, waarmee het ver haal begonnen is. Het kaartblad heeft nog niet al zijn geheimen prijsgege ven. Op de achterzijde is een bijzonder interessant ex-libris (eigendomseti ket) van Engelse herkomst aangebracht. In het midden ervan is de 'Royal ernst' (het koninklijk helmteken) afgebeeld binnen het lint van de Orde van de Kouseband. Het lint draagt de bekende zinspreuk van deze hoogste Britse ridderorde 'Honi soit qui mal y pense' (schande over hem die er kwaad van denkt). Op de figuur is een kroon geplaatst. Onderaan tenslotte staan de letters DY (afb. 5). Dit zeldzame ex-libris nu is afkomstig van Prince Frederick, Duke of York and Albany (1763-1827). Daarmee zijn ook de letters DY verklaard (duke= hertog). Geestgronden, 5 (1998), nr. 2 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1998 | | pagina 13