Jan Hopman schrijft, in het vervolg op zijn artikel in Geestgronden jrg. 3, nr.
3/4 (december 1996), over het transport, de methoden van bollenkweken en de
arbeidsomstandigheden tot circa 1950. (Red.)
J. Hopman
BOLLENTEELT OP DE EGMONDSE GEESTGRONDEN (3)
Zoals we in de vorige aflevering al schreven, werd in de jaren twintig bijna
alles nog met paard en wagen naar de veiling gebracht. In die tijd zag je
ook nog veel hondenkarren. Ze werden gebruikt om aardbeien (een bijpro
duct) naar de veiling te brengen of in IJmuiden vis (afval voor bemesting)
te halen. Ik herinner me nog hoe ik als kleine jongen, zittend op een kist,
meeging naar Santpoort op een boerenwagen met ijzeren banden, over een
slecht wegdek, om 1000 kg narcissen weg te brengen.
Gelukkig werd in de jaren dertig het transport aanzienlijk verbeterd. Zo
kwamen er wagens, voorzien van veren, voor paardentractie. De vrachtwa
gens, die op het eind van de jaren twintig begonnen te rijden, werden ook
zwaarder: er waren er al van 2000 kg.
Voor de bollenveilingen reden ze naar Lisse, voor de groenten (bijproduc
ten) meestal naar de veilingen in Heiloo of Castricum. Een enkeling ging
naar Beverwijk. Na de tweede wereldoorlog veranderde dat. In de jaren
vijftig werd de veiling in Heiloo opgeheven, tien jaar later die in Castricum.
Alle groente- en fruitveilingen in Kennemerland zijn nu verdwenen. Nu
moeten alle producten naar West-Friesland of naar het Westland worden
gebracht in zware vrachtwagens.
Vruchtwisseling was voor de bollenteelt van groot belang: daarom was het
nuttig zoveel mogelijk andere producten te telen, bijvoorbeeld aardappels,
aardbeien, bonen en erwten. De foto met de aardappelzak, die wij in de
vorige aflevering lieten zien, wijst erop, dat de duinaardappel zeer gewild
was. Dat was vooral in Amsterdam het geval. Voor de kweker was het een
makkelijk bijproduct, omdat het 't land schoon hield van onkruid. Ook
veldslazaad was voor wisselteelt zeer gebruikelijk. Daar dit product veel
fosfaat nodig had, werd daarvoor veelal varkensmest, die veel stikstof en
fosfaten bevatte, gebruikt. Verschillende veehouders hier hielden er dan
ook wat varkens bij. De mest werd ook meestal door henzelf op het land
gebracht. Als deze één jaar gebruikt was, kreeg je zeer goed bollenland (dat
84
Geestgronden, 4 1997), nr. 3/4