"Er vestigden zich te Egmond, dit is zeer begrijpelijk, geen nieuwe
ondernemingen. Immers, IJmuiden, dat een haven heeft, is in vele opzichten
gunstiger gelegen. Nauwelijks klaart het weder op, of men kan te IJmuiden
zee kiezen. Te Egmond moet men wachten totdat de wind en het getij
gunstig wordt en dan gaat het veel langzamer om van wal te steken.
Bovendien kan te IJmuiden de visch onmiddellijk per spoor worden
verzonden. Een groot voordeel, dat Egmond mist.
De schrijver merkt ook nog iets op over de instelling van de
bemanningsleden:
"De zondagsrust werd weieens 's maandags voortgezet, hoewel dit niet
noodig was
Toch ziet hij nog toekomst voor het Egmonds visserijbedrijf:
"Moet men het er bij laten en lijdelijk aanzien, dat Egmond aan Zee weldra
geen enkel vaartuig meer heeftNaar ons toeschijnt, moet nog een laatste
middel beproefd worden. Zou het niet mogelijk zijn, om een nieuwe reederij
op te richten, indien de gemeente garantie gaf gedurende een zeker aantal
jaren voor de rente van het bijeen te brengen kapitaal?
Gelijk de rentestandaard thans is, kan, dunkt ons, nog we! kapitaal worden
gevonden tegen 4%, desnoods 4,5% voor dit bedrijf, mits de gemeente zich
borg stelt voor die rente, gedurende 10 of 15 jaren.
En zouden de Provinciale Staten, indien een goed plan werd voorgelegd en
zij van den tegenwoordigen toestand der bevolking op de hoogte worden
gebracht, niet over te halen zijn, een laatste proef te laten nemen, om
Egmond voor de ondergang te behoeden
Dat het initiatief weerklank vond, komen we verder in dit verhaal tegen.
Eerst lezen wij nog in het Verslag
"In 1895 werd de visscherij te Egmond aan Zee in Februari en Maart
aangevangen met vier groote en vijf kleine bommen en eene roeiboot
DE EG 4 De Drie Gezusters ook wel Het Witneusje van meester Tijsma
genaamd was tijdens de storm in Den Helder opgelegd. Toch zou ze haar
noodlot niet ontlopen. Tijdens haar derde reis viste de schuit op 24 maart
ter hoogte van Camperduin, in het zogenaamde Kamperlek. Het weer
verslechterde en schipper Hendrik Groen besloot naar Egmond te gaan.
Door het steeds verder verslechterende weer, zuidwest 8, kon men Egmond
niet bezeilen. Daarop besloot men de steven te wenden naar Den Helder.
Op het hoogtepunt van de storm, inmiddels windkracht 11, liep men Den
58
Geestgronden, 2 (1995), nr. 2/3