's Morgens brak hij los, in den loop van den dag nam hij in hevigheid toe,
's avonds en 's nachts werd hij de orkaan, die bulderend dertien wakkere
mannen verslond, zoodat Egmond eensklaps zes weduwen en twee-en-
twintig weezen meer te verzorgen kreeg. Te verzorgen - ja, maar door wie?
De gemeente heeft reeds zooveel weduwen en weezen tot haar last en - de
gemeente is zoo arm. Hoe de menschen hier het leven houden is
waarlijk een raadsel; ze zien er dan ook over het algemeen bloedarm en
zwak uit; geen wonder, want er zijn velen die slechts om de anderen dag
eten krijgen en dan nog - wat voor eten.' Rijst in water gekookt met wat
zout; aardappelen hebben ze nu bijna niet, omdat de teelt niet genoeg heeft
opgeleverd. De dokter verklaarde o.a. aan het hoofd der school, die zijn
oordeel vroeg over eenige ziekelijke, zwakke kinderen: - ik kan ze niet
helpen - want de medicijn, die ze noodig hebben, kan ik ze niet geven: nl.
goed en genoeg voedsel!
Zoals vermeld, werden de EG 2, EG 20, EG 21 geheel vernield. Evenals
drie kleine schuitjes, waaronder de EG 37 (Zwaluw). Een ooggetuige
schreef:
"Op het strand van Egmond staande, ziet men links de restanten van de
bomschuiten, rechts die van de Caroline.
De 9e Januari 1895 vindt de eerste openbare verkoping plaats van het wrak
en de wrakstukken van de Carolinedie gevoerd was door kapitein
J. Geerdes. Deze brachten ongeveer 300,- op. Van de lading werden 1156
vaten terpentijn en 2307 vaten hars geborgen.
Op 31 januari houdt notaris Van Bosstraten uit Alkmaar in de herberg van
Job Halff een openbare verkoping van 2 Amerikaans grenen houten
masten, 23 meter lang 80 cm dik en 1 Amerikaans grenen mast 16 meter
lang, dik 50 cm. Voorts diverse grenen balken en dekdelen. Alles zeer
geschikt voor molen- en werkhout en afkomstig van de Caroline.
De kapitein en de officieren van de Caroline worden door het Duitse
Seeamt van alle schuld vrijgesproken. De stranding werd toegeschreven
aan de toen heersende hevige noord westerstorm. De opvang van de
schipbreukelingen door de Egmonders wordt door kapitein Geerdes ten
zeerste geroemd.
56
Geestgronden, 2 1995), nr. 2/3