«3cfcTj!Itt tcx LE E R IN G E haoy jongt
K In D K R I N.
Gy Kinderen wie gy zyt,
Tloe hoog irrrang of burger- nedf(ch£kf;
Gy moet in *t A. B. Cy geoefïecd 'wceztfft
Zulrgy ooic tot uw nut in eenig
Te UK M a A R,
L *i"'•f^L14"4
V3V HEÜDRIK CQSTER, <$2bf!Mrf*
39;»iïtrict' U2H be en'
UTcfti 1792.
komen." Arie Brouwer, naast de school, hing over zijn tuin
hek en vroeg hem: "Ben je niet bang dat daar zwarigheid
van komt?" Tuynsaet wees op het volk: "Daar zullen zij wel
voor instaan." Een vijftigtal voorstanders van Kees Zeeuw
volgde hem in de school om te beraadslagen. Daar waren
ze het snel eens: naar Kersje Visser, om de benoeming
van Dirk Groot ongedaan te krijgen opdat Kees Zeeuw
schoolmeester kon blijven.
Jacob Pietersz. Platevoet kwam als eerste naar buiten:
"Naar Kersje Visser; kom we gaan."
Met Tuynsaet en Platevoet voorop ging een menigte volk
het dorp in, op weg naar het huis van Visser. Kinderen en
blaffende honden renden mee. Visser opende de deur en
toen liep het Arie uit de hand. De menigte drong op, duw
de Arie opzij en twaalf man of meer drongen de kamer
binnen, waar schepen Jan Breet met Visser aan het over
leggen was. De indringers stelden hun eis: Kees Zeeuw
schoolmeester! Cornelis Jongkees, Arie Veter, Cornelis
Pronk hadden het hoogste woord: "Trek je handen af van
Dirk Groot en benoem Kees Zeeuw." Cornelis Jongkees,
Maarten Bakker en Cornelis Breet eisten toezegging
zwart op wit: "Waar is hier pen en inkt; tekenen zullen jul
lie!" Breet en Visser zeiden: "Dat kunnen wij beiden niet
doen, dat is een besluit van zeven schepenen."
Cornelis Pronk: "Dan zullen wij Kees Zeeuw wel school
meester maken." Cornelis Vroom: "We geven jullie tot van
middag drie uur de tijd. Zijn jullie dan niet bijeen, dan kun
je vanavond om zes uur de ketel horen kloppen, dan gaan
wij ons gang."
Frederik Lucatelli, kapitein in het beroepsregiment van
majoor Deutz, en Leopold Swenger, commandant van
het burgerlijke militiedetachement in Den Helder, kwa
men binnen om te zien of Kersje Visser hulp nodig had.
Lucatelli maakte ijverig notities in zijn memorieboekje. Hij
schreef zeventien namen op van volk dat bij Visser in huis
was en noteerde de door diverse lieden gedane uitlatin
gen.
Maarten Cornelisz. Bakker en Jacob Pietersz. Platevoet:
'Als Kees Zeeuw geen schoolmeester wordt, dan halen we
het huis van Visser omver." En Laurens Jansz. de Groot:
'Als de nieuwe schoolmeester het lef heeft in de school te
komen, maken we de school met de grond gelijk."
Buiten joelde het volk. Hark Jansz. Wentel schreeuwde:
"Wat moet die Swenger met zijn ene hand daarbinnen?"
En Cornelis Dirksz. Spijker: "Slaat die kerel ook de andere
arm af." Toen Swenger naar buiten kwam, treiterde Spij
ker: "Heb je kruit en lood genoeg? Wij hebben het ook!"
Na Swenger kwamen de woordvoerders naar buiten:
"We gaan naar Huisduinen om de andere schepen te
halen." Een ander riep: "Eerst naar de secretaris." Door
de menigte ging de roep: "Naar de secretaris, naar de
Kerkbuurt!" Tussen tien en elf uur kwam de menigte bij
secretaris Cornelis Klein aan de deur. Cornelis Breet en
Cornelis Jongkees eisten inzage in de sommen, die aan
Kees Zeeuw waren opgegeven, maar Klein wimpelde af:
"Die heb ik niet, die hebben de schepenen." De menigte
trok op naar de Huisduiner schepenen.
Bij schepen Willem Stint waren zijn mederegenten Jacob
Slot en Aris Medendorp in huis toen het volk aankwam.
Zeven mannen drongen binnen. Dreigend eisten zij dat de
schepenen om drie uur bij Kersje Visser zouden vergade
ren. Intussen kwam schepen Willem Klein binnen. Willem
Stint vroeg hem: "Wat zeg jij ervan, Willem?" Willem Klein:
"Geef de man voor mijn part de school." De vier regenten
beloofden om drie uur bij Kersje Visser te zijn. De menigte
droop af, maar stond om drie uur rijen dik voor het huis
van Visser.
Binnen overlegden zes van de zeven regenten - Corne
lis Spanjaard was op zee - wat hun te doen stond. Het
volk buiten scandeerde: "Kees Zeeuw! Kees Zeeuw! Kees
Zeeuw!"
De secretaris verscheen in de deuropening. Hij kon nau
welijks door de menigte heenkomen. Vijf man drong naar
binnen. Cornelis Jongkees vroeg: "Wat is er beslist? Heb
ben jullie getekend? Want wij willen Kees Zeeuw!" Maar
ten Bakker: "We komen hier niet om geweld te plegen,
maar we willen Kees Zeeuw als schoolmeester."
3