Duinonderhoud:; zinkstukken vlechten voor dlijken en dammen Matten vlechten Tenen en twijgen Klaas Schuurman Duinen vormen een natuurlijke bescherming tegen de nukken van de zee. Om ze intact te hou den is duinonderhoud onontbeerlijk: regelmatig wordt nieuw helmgras geplant en worden her en der rietschermen geplaatst; alles om het zand vast te houden. Ook dammen vallen onder het duinonderhoud. Als golfbrekers voorkomen ze al te snelle duinafkalving, bovendien houden zij aangeslibd zand vast. Simon Mooij is kort na de Tweede Wereldoorlog een tijdlang betrokken geweest bij het duinonderhoud; hij maakte zinkstukken voor dammen en dijken. Rauw werk op onregelmatige tijden. Mooij heeft het naar eigen zeggen goed gehad bij de boer. Zelfs de hongerwinter van '44-'45 is hij ongeschon den doorgekomen. "We hadden een tuintje, waarop we wat konden verbouwen." Het huishouden van de boer be schikt zelfs over elektra. "Dat hadden we zelf provisorisch opgezet. Tja, je moest jezelf beredderen, hè?" Enkele jaren na de oorlog, in 1949, kan Simon Mooij zijn nieuwe woning betrekken, op Abbestederweg nummer 11. Ongeveer in dezelfde periode vindt hij emplooi bij Kui per en Leeuwenkamp, aannemer te Petten. In opdracht van Rijkswaterstaat onderhoudt het bedrijf de duinen; de dammen - ook wel strekdammen, strandhoofden of golf brekers genoemd - in het bijzonder. De eerste dammen zijn opgeworpen in de negentiende eeuw. Doorbraken in januari 1877 op drie plaatsen in de buitenduinregel van de Noordkop en nog een doorbraak in oktober 1881 leiden tot de aanleg van strandhoofden tussen Petten en Sint Maartenszee. Na zware stormen in 1894 volgt het gedeelte tussen Callantsoog en Groote Keeten. Er worden dat jaar zes bressen in de duinregel geslagen. Tussen 1911 en 1930 wordt de rij strandhoofden verder uitgebreid tussen Sint Maartenszee en Callantsoog en idem tussen Callantsoog en Huisduinen. Mooij: "Tegenwoordig wordt soms met een sleephopper zuiger een miljoen kubieke meter zand op de kust ge spoten, maar toen moesten we het nog helemaal van de dammen hebben. Die hielden het zand vast dat met de golven meekwam." Dammen hebben niet het eeuwige leven, stromingen en erosie eisen hun tol. Ze moeten dus met enige regelmaat worden hersteld. "Op de kop en aan de kanten worden dan zinkstukken neergelegd, gevlochten matten van rijshout," legt Mooij uit. Rijshout is de verzamelnaam voor tenen en twijgen van wilgenhout die oorspronkelijk werden geoogst in de grien den langs de rivieren en in de Biesbosch. Tegenwoordig zijn er ook speciaal aangelegde plantages voor de pro ductie van rijshout. Simon Mooij is geboren en getogen in Callantsoog en het grootste deel van zijn leven woont hij op de Abbesteder weg. Zijn geboortehuis stond pal naast de woning waarin hij tegenwoordig huist. "Het huis van mijn vader is in '36 afgebrand," vertelt de negentigjarige - en nog opmerkelijk fitte - Callantsoger. "Er kwamen hier nieuwe woningen, maar toen de oorlog uitbrak, ging alles plat. De Duitsers hadden een kanon op het duin en wilden geen bewoners in de directe omgeving." Begin 1942 dwingt de bezetter duizenden Nederlandse mannen om in Duitsland aan het werk te gaan. Om aan deze Arbeitseinsatz te ontkomen, duikt de jonge Simon Mooij onder. "Ik kon terecht bij een boertje op de Zijperdijk, daar zat ik betrekkelijk rustig. Er is één keer een razzia geweest. Ik ben toen 's morgensvroeg naar buiten geslopen en wist ongezien een kapschuur te bereiken op de Noordschin- keldijk. Daar heb ik me verstopt onder balen stro en ben daar de hele dag blijven liggen, 's Avonds toen het donker was, durfde ik pas weer terug."

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2013 | | pagina 17