Ontwerp en bouw
Achter je geld moet je aanzitten...
(Mede)financiers
Afhandeling van de financiën van het
oude Huys ten Oghe
Architectenbureau Bakker en Boots te Schagen kreeg
de opdracht een ontwerp te maken.
Hun architect Koen van Haaren maakte een mooi plan,
dat later ook elders heeft gediend als voorbeeld. Bouw
bedrijf Heddes kreeg de opdracht tot realisering van het
complex. Er werd een strakke planning van sloop en
nieuwbouw opgezet om te garanderen dat bij het begin
van het toeristenseizoen, het hotel weer beschikbaar
zou zijn voor toeristen. Daarvoor hadden we tijd van 1
september 1991 tot 31 mei 1992.
Op 1 juli 1991 werd een opnamestop ingesteld. De eer
ste paal werd geslagen door Floor de Jong van de pro
vincie en Jan de Moei van het gewest. Op 10 januari
1992 legde gedeputeerde Kees Korver de eerste steen.
Het doel van de strakke planning was bereikt, alles vond
plaats binnen de gestelde tijd. Het complex werd opge
leverd en de bewoners verhuisden terug vanuit Hotel de
Horn.
Toen de verhuizing naar De Horn achter de rug was,
dacht men in het provinciehuis dat Huys ten Oghe niet
meer bestond. Zij draaiden de geldkraan dicht. Maar
de salarissen van het personeel, de huur van De Horn
enzovoort moesten wel worden betaald. Op een gege
ven moment was de pot leeg en wat we ook belden met
Haarlem, er kwam geen geld. Tenslotte was onze pen
ningmeester Dick Leguit het zo zat dat hij op een vrijdag
morgen naar Haarlem belde, de betreffende ambtenaar
aan de telefoon kreeg en hem vroeg of hij 's middags op
kantoor was. Dat was hij. "Dat is dan mooi, want er komt
vanmiddag een bus met 16 bejaarden naar Haarlem;
de eigenaar van De Horn heeft ons er uitgezet wegens
wanbetaling."
Het bleef heel stil aan de andere kant en na enige tijd
vroeg de ambtenaar naar ons bankrekeningnummer,
dan zou hij meteen geld overmaken. Een uur later bel
de de Rabobank dat er tweehonderdduizend gulden op
onze rekening was bijgeboekt. Het werk kon weer door
gaan.
Het realiseren van het nieuwe Huys ten Oghe vereiste
veel creativiteit met betrekking tot de financiering. Naast
subsidie van de provincie voor de bouw van het wijk-
steunpunt werd ook geld ontvangen vanuit het provin
ciale fonds stads- en dorpsvernieuwing. Dit voor inrich
ting van de woonomgeving. De gemeente financierde
de exploitatie van het wijksteunpunt. De Rabobank, de
stichting R.C. Maagdenhuis en het Fonds Zomerzegels
betaalden mee aan de inrichtingskosten.
Na goedkeuring van de provincie over de financiële af
wikkeling, bleef er een liquidatiewinst over van achten
twintigduizend gulden. Dit mede dankzij het goed beleg
gen van het overschot in die jaren. In haar vergadering
van 25 maart 1997 stemde de gemeenteraad in met ons
voorstel dit eindbedrag te verdelen over zeven vrijwilli
gersorganisaties in de gemeente. Daarmee was een tra
ject van ruim acht jaar afgerond.