en Geurts en juffrouw List. Meester Prins had een glazen
oog dat hij er in de klas, een beetje uit het zicht van de
kinderen, soms uithaalde om er "iets" aan te doen. Het
landje westelijk van de school diende als speelplaats en
werd Landsend genoemd.
Stroom dankzij windmolentjes
Vader Kuiper hield konijnen voor de slacht. Ze zaten ver
deeld over twee hokken.
Later in de oorlog werd de elektriciteit afgesloten. Stroom
werd vervolgens opgewekt door windmolentjes die een
fiets- of autodynamo aandreven. In Groote Keeten ge
beurde hetzelfde, maar ook werd zo nu en dan illegaal
afgetapt van de bovengrondse leiding die langs de Oos-
terweg liep.
Vader Kuiper had een Ausweis omdat hij soms op het
strand moest werken. Een keer kwam hij thuis van het
strand met een zak melkpoeder. De buitenkant was hard,
maar het binnenste was nog droog. Een prima aanvulling
op het voedsel. Een tijdlang ging overal melkpoeder op of
doorheen en zelfs op brood.
Op het Hollywoordterrein stond ook een bunkertje waar
niets mee werd gedaan. Sommigen hadden er hun fiets
in, totdat op een dag de Duitsers kwamen en alle fietsen
meenamen. Ook Jaap z'n rijwiel.
Jo Beun had een bakkerijtje in Groote Keeten en kon nog
lang brood verkopen. Toen later alles schaarser werd,
bakten de mensen zelf brood. Tarwe werd gemalen in de
koffiemolen.
Wim Unk
De familie Unk woonde voor de oorlog in het kantonniers-
huis op duin. Vader Unk was kantonnier bij Rijkswater
staat. Het huis was een twee-onder-een-kap en in de an
dere helft woonde de familie Korteland.
Ook Korteland was kantonnier bij Rijkswaterstaat.
BADPLAATS CALLANTSQOG, DIRECTIEGEBOUW MET SEINPOST
25