WBSmSm
Beetje luguber
"Ik werkte eens samen met Siem Baken, ook een ge
meenteman, aan een graf. Zei Cor Bijpost tegen Siem:
"Vind je het niet erg om je eigen graf te graven?" Nee, dat
vond hij geen probleem. Het bleek de plek te zijn waar de
familie Baken een grafkelder in wilde hebben. De moe
der van Siem zag het graag alvast geregeld. Niet lang
daarna kwam hij om het leven bij een verkeersongeluk.
Niet te geloven! Verdronken mensen van het strand ha
len heb ik een paar keer meegemaakt. Dan vloog onze
baas Cor Bijpost door het dorp heen op zoek naar as
sistentie. Had hij ons te pakken, dan moesten we met
een rotgang in de gemeentevrachtwagen naar bijvoor
beeld Groote Keeten. Daar lag een dode op het strand.
Bij de strandtent van Rens Roos aangekomen stelde de
aanwezige politie voor eerst effe rustig een bakkie koffie
te doen. Haasten had toch geen nut meer. Waarna de
dode achterin de laadbak naar het dorp vervoerd werd.
Van eentje herinner ik me dat hij werd opgebaard hier
in de aula en vervolgens naar Rijswijk gebracht om de
doodsoorzaak te achterhalen. "Mooi zo," dacht ik, "dat
scheelt weer een graafkarwei." Maar nee, hij kwam terug
in een aluminium kist."
Touwtrekken
Piet kan zich niet goed meer herinneren wie hem kwam
vragen klokkenluider te worden. "Misverstanden kwa
men ook voor: een verzoek of de klokkenluider om twee
uur kon beginnen, voor een gestorvene die het dorp ver
liet. Na een kwartier nog geen stoet in zicht, ik dacht: Ik
schei er mee uit; ik snap er niks van dat ik die stoet niet
heb gezien." Achteraf bleek het uitgeleide al om één uur
plaats te hebben gevonden. Iemand had het verkeerd
doorgegeven. Een andere keer vond er een begrafenis
plaats vanaf de Callantsogervaart. Afgesproken werd
om zo en zo laat te vertrekken. Als ze de rand van het
dorp bereikten zou ik een signaal krijgen over de porto
foon van de uitvaartleider, Joke Provily, zodat ik me op
tijd in de kerk bevond. Toen het bericht kwam liepen ze
al in het dorp, ze waren te vroeg! Ik snelde op mijn fiets,
uit zicht, via een 'sluiproute' alsnog naar de toren. Op het
nippertje steeg er klokgelui op. Tegenwoordig zetten we
onze horloges gelijk, spreken een vertrektijd af en begin
ik op het juiste moment te luiden. Al vele jaren ben ik pre
sent bij de 4 mei herdenking en strooi ik het gebeier over
het dorp uit. Het is zaak te weten hoe je het goed moet
doen. Ik heb het touw wel eens op de grond gevonden.
Jeetjemina, ik voorzichtig trekken, het ging allemaal net.
Iemand had het touw zeker uit zijn handen laten glippen
waardoor het omhoog schoot. Was het er boven hele
maal af gelopen."
Willem Rampen (89)
"In het begin werkte ik veel samen met Cor Bijpost als er
een graafkarwei op het kerkhof moest gebeuren. Later
met Theo en Piet. Soms met een andere collega, zoals
Jan van der Ham of Cor Eradus, allebei uit Groote Kee
ten. Jan van der Ham had de wens in een grafkelder te
worden geplaatst na zijn dood. Hij hielp bij het zetten
daarvan. Nog iemand die zijn eigen graf groef!
Cor stond in het pak de stoet op te wachten als zijnde de
voorloper op het kerkhof. Toen hij daarmee stopte nam
ik die functie over."
Wie is dat?
"We hadden ooit een verdronken persoon op het strand,
die lang in zee gelegen had voor hij aanspoelde. Kwam
dr. Zeldenrust het doodsonderzoek verrichten. Het lijk
ging in een metalen kist. Niemand wist wie het was, dus
begroeven we hem op ons kerkhof. Na twee dagen werd
bekend dat hij uit Engeland afkomstig was en moest hij
opgegraven worden. Nooit meer gehoord hoe of wat."
Op het kerkhof
"Maaien en onderhoud waren ook werkjes op het kerk
hof. Het gras knippen langs de randen van de graven
ging met de hand. Alle karweien waren handwerk in die
tijd. Het is één keer gebeurd in een strenge winter met
veel vorst dat de grond behoorlijk diep bevroor. Ik moest
eerst met de bijl blokken hakken en die eruit tillen. Bij
het dichten van het graf lagen die grote bonken aarde
bovenop. Het leek wel een hunebed! Het klokluiden heb
ik ook een tijd gedaan. Toen ik 61 was ben ik gestopt
met werken."
33
SStiëi