Voorloper, drager, aflegger, graver (deel 1) Vader Klaas Theo en Emmy Bijpost Tressen en hoge hoed Dymph Molenaar Op het oude inschrijfformulier is te lezen: Bij de Kamer van koophandel en fabrieken voor hol lands noorderkwartier staat geregistreerd dat Uitvaartvereniging Callantsoog is opgericht op 1 mei 1940. De vereniging is koninklijk erkend. De statuten zijn opgenomen in een notariële akte. Veel zaken zijn veranderd in zeventig jaar, zoals het meer betrokken zijn van familieleden bij een uitvaart en de inbreng van eigen ideeën. Ik zoek mensen op die zelf medewerker waren van de vereniging en kunnen vertellen over de voorbije tijden. Dit keer Theo en Emmy Bijpost en Luc en Henny Rezelman. Emmy (67): 'Begin jaren zestig vroeg Thijs aan mijn va der, Klaas Baken, of die zijn uitvaartfuncties over wilde nemen. Nou, dat leek hem wel wat. Het afleggen van de doden deed hij samen met mevrouw Kossen. Bij de eer ste de beste uitvaart ging er meteen iets mis. Vader had er flink de pas in en liep al zowat bij de oude school terwijl de begrafenisstoet de bocht nog om moest komen. De lijkwagen met dragers ter weerszijden kon moeilijk ex tra gas geven om het gat te dichten. Politie Kooy kwam hem haastig achterna: "Klaas, Klaas, je loopt veuls te hard!" Mijn moeder zag het gebeuren. (Frappant was dat Thijs Schmidt een week later zelf overleed.) Al doende kreeg vader dit werk vrij goed onder de knie. Bijzondere klussen kwamen ook voor. Een rit naar Duitsland bij voorbeeld met een overleden vakantieganger of iemand die in zee verdronken was. Dan moest hij eerst naar de am bassade om de papieren for maliteiten in orde te maken. Op een keer ging zo'n rit met een taxi van Taxi Vriesman uit Schagerbrug naar Berlijn. Hij kwam thuis met wilde haren. Mijn moeder zei: "Had je geen kam bij je? En Vriesman ook niet?" "Ja, meidje, wat denk je. Die heeft een kaal hoofd en dus geen kam nodig. Ik ge bruikte gewoon mijn tien ge boden." Heel serieus deed hij de uitvaarten. Als er een jong iemand gestorven was, hield dat hem erg bezig. Moeder zei dan tegen ons: "Ho nou maar, niet teveel tegen je vader zeg gen nu." Toen vader er jaren later mee ophield, volgde Luc Rezelman hem op.' Dragers worden haast niet meer gevraagd, daardoor hebben ze bijna tot helemaal Theo (69) was drager. Hij liep in statige pas naast de lijkwagen en kwam in draagactie als de kist in en uit de wagen getild werd. Netjes gekleed in donkerblauw kostuum, hoed op, handschoenen aan. Het was de be doeling dat die pakken overeenkwamen met die van uitvaartmensen in Den Helder. Maar al binnen het jaar veranderden ze daar van pakkleur. Van onderling over leg was geen sprake. In zijn begintijd werd er regelma tig een beroep op Theo gedaan. De laatste jaren haast niet meer. De dragers waren altijd mensen uit het dorp en vormden met z'n vieren een team. Met zo'n groep goedwillende vrijwilligers gingen er heel vaak dingen net niet zoals gewenst. Dat bracht spanningen mee. Als een vast iemand niet beschikbaar was trad er een reserve aan. Op zolder bewaren Emmy en Theo nog een ouderwets, haast antiek pak. Het is ooit van doodgraver Lous van Re- ijn geweest. Het wordt naar beneden gehaald. Het weegt behoorlijk zwaar. Tikkie muf en stoffig die lange jas met deftige tressen en een bijpas sende hoge hoed. Toen Lous ermee ophield volgde Cor Bij post (broer van Theo) hem op. Het doodgraverswerk deed je in dienst van de gemeente. Lange tijd droeg Thijs Schmidt ook zo'n jas met tressen en hoge hoed als zijnde de voor loper. Bij begrafenissen regel de hij de gang van zaken en schreed hij op waardige wijze vooraan de stoet. Thijs Schmidt, op het erf achter zijn huis.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2011 | | pagina 8