Terugblik '40 - '45 TERUGBLIK Kamp 't Zand Lucas Pouwels In het maandblad van de documentatiegroep '40-'45 (december 2010) wordt door R.E. Taselaar gesproken over de tewerkstelling van gemengd-gehuwde joden in Noord-Holland. In de inlei ding staat te lezen: Op 16 december 1943 werden 2.500 met niet-joodse vrouwen getrouwde, dus gemengd-ge- huwde joodse mannen onder de 65 jaar, die in Amsterdam woonden en nog een ster moesten dragen, opgeroepen zich in het gebouw 'Atlanta' te laten keuren voor tewerkstelling. Deze keu ringen zouden niet langer dan 50 seconden hebben geduurd door officieel aangestelde artsen. Attesten van Nederlandse en zelfs Duitse artsen wer den terzijde gelegd! Degenen, die werk hadden, werden vrijgesteld en 250 man, die ouder dan 45 jaar waren, werden op 5 januari 1944 aangewezen voor werk in het 'Bosplan', het latere Amsterdamse Bos. Op 18 januari 1944 werden nog eens mannen, die jonger dan 45 jaar waren, na oproep gekeurd. Van alle gekeurde mannen werden er volgens dr. J. Presser 900 aangewezen voor werk op Schiphol. Het loon voor de tewerkgestelden be droeg 5,- per dag. Aan deze werkzaamheden heeft de illegale Waarheid zelfs aandacht besteed. Begin april 1944 moesten 85 mannen van het Bosplan tijdelijk naar de Coenhaven voor de ontkuiling van aard appelen. Een maand later gingen ongeveer 50 man van het Bosplan en de Coenhaven naar het vliegveld De Kooy bij Den Helder. Van de Schiphol-groep, in leeftijden tot 45 jaar, werd een deel in april 'aangewezen tot het verrichten van dien sten' vanuit de werkkampen 't Zand en Groote Keeten. Beide kampen hebben nog geen halfjaar bestaan. Dit kamp was in eerste instantie hoogstwaarschijnlijk voor Duitse militairen gebouwd op een gevorderd stuk grond van Cor Mosk bij 't Zand. Het is goed te zien op een luchtfoto van de RAF, gemaakt op 13 september 1944. Vanaf de rijksweg, die langs het Noord-Hollands Kanaal liep, was het bereikbaar via een rechtstreekse oprit en brug in westelijke richting. Rechtdoor kwam men op het erf van de boerderij en linksaf in het kamp, dat langs de aanwezig sloten in de vorm van een trapezium gebouwd was. Er stonden houten barakken, uit een oogpunt van veiligheid tegen luchtaanvallen verspreid op het terrein. Ook stond er een stenen keukengebouw, wat erop duidt, dat dit kamp bedoeld was voor langdurige gebruik door de Duitse militairen dichtbij de Atlantikwall. Tijdens de Duitse bewoning werkten vrouwen uit het dorp in de keu ken. In het kamp bevond zich tussen de barakken aan de westzijde een bovengrondse betonnen schuilkelder, die begroeid was. Tegenover het kamp en niet ver van de ingang lagen een bovengrondse bunker, met - nooit gebruikt - afweergeschut op de zogenaamde 'Stort', grond vanuit het kanaal. Wat verder naar het dorp stond een door aannemers- en transportbedrijf H.T. de Groot uit Vianen bij de gemeente Zijpe aangevraagde en na Duitse druk toegestane gebouwde houten schuur, voor de tijd gedurende de oorlog, die dient voor het bergen van auto's en generatorbrandstof in dienst bij de Duitse weermacht. Een tweede toegangsweg naar het kamp liep vanaf de rijksweg tussen de bakkerij van de familie Oostwouder en het huis van P. Kossen. Meer naar het dorp lag bij het huidige Molenpad - vol gens getuigen uit die tijd - een kampje in de vorm van een klein trapezium met twee betonnen schuilkelders, overgroeid met gras en vier tot zes barakken. Evenals op andere plekken verbleef er 'Russisch' personeel van de Duitsers. Volgens Wielek waren het Georgiërs, krijgsgevangenen, die tot dienstneming in het Duitse le ger geprest waren. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2011 | | pagina 4