Dmimm m mem rn zes weken als gijzelaar ontslagen, maar hem werd toen door de bezetter de toegang tot de Zijpe ontzegd, waar door hij nog maar moeilijk Callantsoog kon bereiken. In het voorjaar van 1944 moest hij onderduiken, maar bleef toch de polderadministra tie voeren. Problemen veroorzaakten ook de langs de kust door de be zetter aangebrachte ver dedigingswerken. In de loop van 1942 installeer den de Duitsers een te- lescopisch zwaailicht als baken voor uit Engeland terugkerende vliegtuigen of als afleiding van het vliegveld De Kooy bij Den Helder. Om dit licht heen werd dwars door sloten een prikkeldraadversper ring aangelegd, die daar door verstopt raakten. Dijkgraaf P.J. Kruisveld zocht over deze kwestie contact met de plaatse lijke Duitse autoriteiten. Voorjaar 1943 moest er extra ingemaald worden ten behoeve van de bouw van bunkers door de Duit se weermacht. Dat riep de vraag op of de extra stroom- kosten ergens verhaald konden worden. Een jaar later kwamen er opmerkingen over de omslag. In het kader van het afweren van een mogelijke geallieerde landing waren grote mijnenvelden aangelegd. Dat land kon niet meer worden gebruikt. Was men voor dat land nog pol- derlasten verschuldigd? De penningmeester antwoord de bevestigend. Ook verzochten ingelanden vrijstelling van de omslag omdat het op hun grond staande gebouw op last van de bezetter was afgebroken. Daar kon de polder eveneens niet op ingaan. Na het aflopen van de oorlog lagen de wegen er slecht bij. Vooral de Abbesteder- en Oosterweg waren door zwaar verkeer van het Duitse leger totaal vernield. Deze oorlogsschade werd in eerste instantie geraamd op 50.000 gulden. Het ontbrak voorlopig aan de middelen en mogelijkheden om iets aan de wegen te doen. Uitein delijk sloot de polder in 1948 een lening van 17.500 gul den af om beide wegen te herstellen vooruitlopend op een Rijksbijdrage. Ook was er grote achterstand met het slootonderhoud. Dat droeg zeker bij aan de problemen met water overlast in de lager gele gen gedeelten van de pol der. In de lente van 1946 werd daar uitgebreid over geklaagd. Heemraad Jb. Vel stelde daarom voor een van de twee machi nes uit het gemaal in te zetten bij de Koetensluis in de Noordschinkeldijk om water uit te malen. Daar waren echter hoge kosten aan verbonden. Na een felle discussie besloten de stemgerech tigde ingelanden tot een onderzoek door een des kundige. Hiervoor werd de Grontmij benaderd. Die kwam met een prachtig plan op de proppen waarvan de kosten op 163.240 gulden werden geraamd, exclusief de bouw van een noodzakelijk geacht tweede gemaal bij Koetensluis. Moejes maakte daar een apart plannetje voor en kwam uit op stichtingskosten van 59.000 gul den. Dat was allemaal veel te duur. Uiteindelijk werd in 1950 besloten tot een beperkt plan zonder nieuw ge maal, uit te voeren door de Grontmij in samenwerking met de Dienst Uitvoering van Werken (DUW). Op die manier kon een stevige Rijkssubsidie in de loonkosten worden verkregen. Voor de polder bleven kosten ad 35.900 gulden over. De uitvoering van de werken verliep helaas niet zoals verwacht door een gebrek aan DUW- arbeiders, die bovendien niet erg gemotiveerd waren. In het najaar zal Rolf Roos een boek uitgeven over duinen en mensen in de Noordkop. De Historische Ver eniging heeft haar medewerking aan dit boek toegezegd. Op www.duinenenmensen.nl kunt u alvast lezen over excursies die worden georganiseerd en het meedoen aan een fotowedstrijd. In de volgende Clock meer informatie. tlv:;.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2011 | | pagina 13