Inventaris
archief polder Callantsoog
Diederik Aten
Deel 6 - De Tweede Wereldoorlog en zijn nasleep
Reeds enkele dagen na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog aan het begin van septem
ber 1939 berichtte A.W. Sabel uit Zaandam, de vertrouwde leverancier van gasolie voor het
gemaal van de Boskerpolder, de tot dan toe verleende korting niet meer te kunnen geven. In
oktober ging de distributie van gasolie van start. De oorlogsdreiging was aanleiding om een
loze schoorsteen op het gemaal te zetten zodat dit er als een gewoon woonhuis uitzag.
Nadat ons land in mei 1940 door Duitsland was bezet,
werd de dieselolievoorziening direct zeer problema
tisch. De kwaliteit liet ook te wensen over. In november
1940 werd daarom bij het PEN geïnformeerd naar de
mogelijkheid om een elektrische hulpaandrijving in het
gemaal te plaatsen. Kort daarna trad het bestuur in con
tact met de waterbouwkundige W. Moejes uit Oudorp.
Die kreeg opdracht een advies uit te brengen. Plaatsing
van een compleet nieuwe automatische elektrische in
stallatie met een vijzel naast de oude diesel met een
centrifugaalpomp was duidelijk de beste optie. De cen-
trifugaalpomp was namelijk erg gevoelig voor vervuiling
door kroos en waterplanten en daar had men veel last
van. Met het oog op de toekomst wilde het bestuur wel
een en ander zo laten uitvoeren dat de dieselmotor ook
de vijzel kon aandrijven. Moejes schatte de kosten op
15.300 gulden. In februari 1941 nam men zijn plan aan.
Er was toen al bericht ingekomen dat op een regelma
tige leverantie van dieselolie niet meer gerekend kon
worden. Om de kosten te dekken, sloot de polder een
lening af.
De levering van de installatie met een 30 pk Heemaf
elektromotor werd gegund aan Machinefabriek W. Hu-
bert en Co. Uit Sneek. Het waterverzet was 40 m3 per
minuut. Door het traag afkomen van de benodigde ver
gunningen en materiaalschaarste lukte het niet meer al
les bedrijfsklaar te krijgen voor de start van het inmaal-
seizoen. Op 25 juli 1941 deelde dijkgraaf P.J. Kruisveld
mede "dat het met de gasolie een hopeloze toestand
is." De "productieslag" in de landbouw liep gevaar en hij
zou nogmaals de betreffende instanties benaderen om
een extra brandstoftoewijzing te verkrijgen. Moejes was
ondertussen hard aan het werk en begin augustus kon
er provisorisch elektrisch
worden gemalen. De totale
kosten, inclusief de nood
zakelijke aanpassingen
aan het gebouw, beliepen
uiteindelijk 13.500 gulden.
Het wegenonderhoud werd
door de oorlogsomstandig
heden eveneens bemoei
lijkt. Wegenteer viel nog
slechts mondjesmaat te
krijgen. Hetzelfde gold voor
grind. Bovendien werd de
secretaris van de polder,
mr. D. Breebaart, die te
vens burgemeester van de
gemeente Zijpe was in au
gustus 1942 geïnterneerd
in het gijzelaarskamp te
Haaren. Het bestuur vond
in augustus W.L. Correljé,
burgemeester van Cal
lantsoog, bereid als waar
nemend secretaris op te
treden. Breebaart werd na
pi" ;q
oord