Strandpalen IJs en weder dienende 'Kisten werden besteld in Alkmaar. Het was winter, we waren onderweg in de bestelauto uit Alkmaar naar Den Helder om iemand op te halen uit het ziekenhuis, ijs koud weer. We reden langs de Duinweg. Kregen we een lekke band. Het reservewiel lag achterin, onder de kist. Er bleek geen krik te zijn. We haalden paaltjes uit het duin om de auto op te tillen en de band te verwisselen. De kist zetten we zolang even aan de kant in het bevro ren gras. Nog meer winter: Klaas en ik gingen een uitvaart verzor gen aan de Kolksluis. De kist met de overledene stond in de slaapkamer en moest uitgedragen worden naar buiten via een raam. We schoven de kist door de raam opening. Klaas ging de woonkamer in om de familie te begeleiden. De dragers stonden buiten klaar en namen de kist over. Ik dacht:"lk ga niet door de kamer naar bui ten ik ga ook door het raam." Alleen, alles was spekglad van de ijzel, het raamkozijn dus ook. Ik leunde op het kozijn en -hup-! gleed meteen op mijn buik voorwaarts over de grond, gekleed in pak en hoed. De dragers be scheurden zich van het lachen. Tijdens een winter met veel sneeuw wilden de kinde ren met de slee van het duin af glijden. Of ik mee ging. Deed ik. "Ah, pap ga je ook een keer naar beneden?" Ik lag voorover op de slee en de jongens gaven me toch een zet. Daar vloog ik omlaag, zonder slee! Mijn hele gezicht raakte beschadigd en de volgende dag had ik een uitvaart. Henny kwam op het idee van een dikke laag schmink. Ze was er een hele tijd mee bezig voor ik er tenminste enigszins toonbaar uitzag. En de jongens aldoor maar lachen als ze naar me keken.' A Guus Zeeman Op het einde van de 18e en in de 19e eeuw begon men zich toch zorgen te maken over de steeds maar voortdurende erosie van de zandige Nederlandse kust. Men zocht naar middelen om dit te kunnen meten. Toen is de strandpaal bedacht door Jan Blanken (1755-1838), een Nederlandse waterbouw kundige van naam. Hij was eerst directeur-generaal der Maritieme Werken en in 1808 werd hij inspecteur-generaal van Waterstaat. Van 1840 tot 1857 werden, beginnende bij Huisduinen, op 1000 meter afstand van elkaar 124 eikenhouten palen in het zand geheid. Palen van 4 meter lang. Zij werden zover het strand ingeheid tot ze er nog 1 meter bovenuit staken. De palen werden genummerd van 1 t/m 124. Nummer 1 dus bij Huisduinen. Het moet een enorm karwei ge weest zijn, als men alleen al denkt aan het transport en het meten zonder de huidige midde len. Voor elke paal werd en wordt in zogeheten strandboeken jaarlijks een aantal gegevens bijgehou den, zoals afstand tot de duin voet, de afstand tot de gemid delde hoog-en laagwaterlijn en de breedte van het strand. Ook wordt ter hoogte van iedere paal, tot een bepaalde afstand uit de kust het bodempeil van de zeebodem bepaald. Tegenwoordig wordt vanuit een vliegtuig vaak fotogram- metrisch gemeten, de strandpalen worden daartoe dan voorzien van een witte schijf. Om de 250 meter staat tegen woordig zo'n paal. Het getal aan de zee- en land zijde van de paal is dus de kilo meter-afstand vanaf Huisduinen. Groote Keeten heeft Paal 10 en Callantsoog Paal 13. Het is een goede oriëntatie als men een plaats op het strand wil aandui den. Het getal aan de zijkant (noord of zuidzijde) is het aantal meters, dat de paal bij eerste meting zee waarts heeft gestaan. 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2011 | | pagina 10