Zorg daijb niet d&{wt uv krijgt deel 1)
Jan T. Bremer
Voorschriften tot wering en isolering van besmettelijke ziekten; lazaret en quarantainebarakken,
1678-1806.
11
In de Nederlanden met hun wereldwijde zee-
vaartverlceer was de vrees voor besmetting
met epidemische ziekten altijd latent aanwe
zig. Verdachte schepen werden in de havens
geweigerd of moesten maandenlang op een
veilige afstand geïsoleerd ankeren zonder te
mogen lossen. Zo gebood het stadsbestuur van
Amsterdam eind augustus 1678 een scheepje
met goederen uit een Middellandse-Zeehaven,
waar pest zou heersen, om zes maanden lang
op veilige afstand van de stad te ankeren zon
der te mogen lossen.
De waarschuwing van de Staten van Holland en
West-Friesland, op 7 december 1720 aan alle kust
plaatsen verzonden.
WAARSCHOUW INGE
-76.-
In september 1720 bereikten onrustbarende
berichten uit Zuid-Franlcrijk de Nederlanden,
dat in Marseille pest was uitgebroken en zich
in de Provence en Languedoc had verbreid.
Italië, Spanje, Engeland, Duitsland en Zwit
serland verboden de invoer van goederen uit
Zuid-Frankrijk.
In de Nederlanden vond tussen de Staten-Ge-
neraal, de Staten van Holland en de Admirali
teitscolleges van september tot en met decem
ber koortsachtig overleg plaats, dat leidde tot
een reeks strenge maatregelen, die resulteer
den in een plakkaat van 12 november 1720.
Aan alle kustdorpen werd een waarschuwing
gezonden in verband met eventuele stranding
van besmette schepen, drenkelingen en goe
deren. Op de zeedorpen moest een afgelegen
huis gereserveerd worden om zulke schepe
lingen te herbergen. Hun kleren moesten wor
den verbrand en het dorpsbestuur zou hen
van nieuwe moeten voorzien.
Mochten de verdachte schepen aanvankelijk
uitsluitend het Marsdiep ingeloodst worden
om onder toezicht van de Admiraliteit van
Amsterdam in de Wieringer Balg verankerd te
worden, na beveiliging van de andere zeegaten
met militie mochten schepen uit de Middel
landse Zee ook de Maas en het Vlie inzeilen,
waar ze streng gecontroleerd werden. Amster
dam zond begin november 50 man bewaking
naar Terschelling. Het plakkaat noemde een
aantal artikelen die na overstorten in nieuwe
vaten, balen en zakken verder vervoerd moch
ten worden, andere die vernietigd of voor lan
gere tijd in loodsen opgeslagen moesten wor
den om te ontluchten.
Op Goeree en Terschelling zouden quarantai-
neloodsen worden gebouwd, maar de Amster
damse Admiraliteit had bezwaar tegen Ter
schelling en gaf de voorkeur aan Wieringen.
Voorlopig werd overgeladen in oude schepen.
Eind november lagen nog vier schepen uit
Zuid-Franse havens in de Balg. In de storm van
2 op 3 december vergingen daarvan drie sche
pen; slechts een gedeelte van het scheepsvolk
werd gered.
CT\ E Sta aten van Hólland: en Wcjivrieslandtalle degeenc,
■t' die deefen fuller) fien of hooren leefen, fnlur, doen te
wectenDat Wy hebbendo bekoomen kennilte, dat fcekere
drie Scheepengekoomen een van Marfeilleeen van Toulon
en een van Port deCette, alle leggende in deRalgh, door
de laatfle Storm van den eerden en tweeden deefes zyn
verongeluckten volgens het laatlle Placaat van haar Hoogh
Mog. van den twaalfden November voorleeden de Goede
ren van de gemelde Plaatfen koomende niet moogen wer
den ingevoert, op draffe van de doodt, Soo 1st, datWy
ten hooghden noodigh. geacht hebbende op het gemelde en
diergelijcke voorvallen, die noch moghten gebeuren, nader
te voorden ende oock daar op ontfangen hebbende haar
Hooeh Mog. Miflivc, deefe faack op het erndighde recom-
tnandeerendcgoetgevonden hebben alle en een yegelijck te
waarfchouwen foo als een yegelijck werdt gewaarfchouwc
by deefen, dat niemandt wie de felve oock moghte zyn
buyten exprede ordre van het Collegie ter Admiraliteyt tot
■Amflerdam reddeerende eenige van de Goederen in een
van de voorfchreeve Scheepen of Wracken gelaaden of leg
gende daar uyt fal moogen vidchcn noch eenige van de
ftlve Goederen by yemandt gcvifcht of daar uyt gefpoelt
of aan de Kullen of Stranden koomende aandryvenen ge-
neraalijck eenige van de felve Goederenfal moogen inbren
gen op flraffe van de doodt ende dat het felve oock na
deefen lal plaats hebben ten aanften van de Goederen ge
laaden in ScheepenÜewelcke fullen gekoomen zyn van de
Kullen van waar by het gemelde Placaat verbooden is
eenige Goederen in te Voerenen op de Kullen of binnen
de Zeegaaten deefer Landen fullen zyn verongeluckt Re-
veelen wyders een yegelijck dewelcke voor de publicatie
van deefe Waarfchouwinge eenige van de gemelde Goede
ren moghte hebben gevifcht of geborgen de felve aan-
flondts aan den.Schout en Gerechte van de Plaatfe aan te
geeven op gelijcke poene.
En fal de geene die yemandt deefe Onfe Waarfchou
winge overgetreeden hebbende fal weeten aan te wyfen
foo dat de felve geraake in handen van de Jullitie genie
ten eet) prtemie ter fommc van drie hondert guldens en
fal des Aanbrengers naam werden gefecreteert.
Aldus gedaan deefen fesden December fceventlen hondert
twintigh.
Onder flondt,
Ter ordonnantie van de
Staaten.
Was geteekent,
Simon van Beaumont.