Vo^is^ürtK Ui, cie tijd
Deel 2 - Riet
Dymph Molenaar
Een rit naar Bergen, het wordt vaste prik de laatste weken. De zon schijnt lekker, ook in huis. We
zitten aan de keukentafel met koffie en koek. Vandaag is Riet Borst-Eriks aan het woord over vroe
ger. Ze werd geboren in 1930 in Het witte paard, dat was de naam van de boerderij die haar vader
en moeder pachtten in Catrijp, gemeente Schoorl en stond aan de Heereweg 178a (en in herbouwde
uitvoering nog steeds). Onder handbereik de familiealbums met heel veel oude foto's met van die
kartelrandjes.
Hargen
Een broer van moeder, oom
Teun Mooij, boerde in Hargen,
gemeente Groet. Die oom ver
kaste naar Koegras en mijn ou
ders konden deze boerderij in
Hargen, aan de Binnenweg gele- Twaalf en een half jaar getrouwd, Hargen 1940. Riet, moeder Geertje,
gen, pachten." Atie, vader Gerrit
"We woonden in Hargen tot 1942. Het was een
oud huis, op een mooie plek met kastanje
bomen. Een nadeel was dat het te gebruiken
land zo ver weg was, helemaal in de polders.
In de ene polder liepen de veertien koeien
die mijn vader elke dag twee keer per dag ter
plekke ging melken. We hadden een paard,
dat liep op de kroft (een vlak bij huis gelegen
stukje land). Dat spande hij voor de mellcers-
lcar en reed alvast vooruit. Mijn moeder kwam
er even later op de fiets achteraan. Mijn zusje
Atie en ik bleven alleen thuis, als ze te melken
gingen. Dat vond mijn moeder eigenlijk heel
erg, maar het was niet anders en het ging al
tijd goed. In een andere polder was land om
te hooien. Graan werd gezaaid op een akker
in de buurt van de school. In de nazomer liep
vader daar dan graan te zichten (maaien met
de zeis). Tijdens de oorlog moest hij van de be
zetters een persoonsbewijs op zak hebben om
daar te komen! Al met al was 't op die manier
erg druk en bedrijvig. In de zomer hadden we,
in 't woongedeelte voor, badgasten. Ik herin
ner me bijvoorbeeld het grote gezin van de
Boerderij Het witte paard, 1930 - Catrijp
Van hoeve naar hoeve
"Mijn ouders waren Geertje Mooij (1905) en
Gerrit Eriks (1903). Ze trouwden op 21 april
1928 en betrokken Het witte paard. Ze konden
meteen flink aan de bak: de koeien waren na
melijk net van stal, er was nog niks schoonge
maakt, ze kwamen zo in die vuile boerderij.
De pacht was behoorlijk hoog
en na een paar jaar verhuisden
we naar de Stolpen, betrokken
een wat kleiner bedrijf aan de
Belkmerweg, dat tegen een voor
deliger prijs te huur was. Hier
werd in 1934 mijn zusje Atie ge
boren. Ons verblijf daar duurde
ook maar enkele jaren. Ilc heb
vrijwel geen herinneringen aan
die periode.
-57.-