OevietM-eid, verleden, —LDan van Lunsen Over vogelaars en vogels in het Zwanenwater, A. Burdet en P.L. Steenhuizen, 1912 en 1926 Daarnaast was Thijsse medeoprichter van de Nederlandse Vereeniging tot Bescherming van Vogels (1899), medeoprichter en lange tijd secretaris van de Nederlandse Ornitholo gische Vereeniging (1901) en initiatiefnemer tot oprichting van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (1905). Vanuit zijn ornithologische interesse begon Thijsse met het schrijven van hoeken welke meer specifiek op vogels gericht waren. Zo verscheen Het Vogeljaar in 1904 en Het intie me leven der vogels in 1906. Samen met Het vogelboekje uit 1912 waren dit lange tijd de enige Nederlandse boeken die de vogelliefheb bers ter beschikking stonden. In het boek Het intieme leven der vogels werd voor het eerst gebruik gemaakt van vogelfoto's van de foto grafen Richard A.J.M. Tepe, Adolphe Burdet en Paul Louis Steenhuizen. Met name de laatst genoemde twee wil ik hier wat uitgebreider aan de orde laten komen. Niet vanwege hun enorme schat aan ornithologische gegevens in relatie met het Zwanenwater, die is er name lijk niet, maar vanwege een andere bijzondere nalatenschap van beide heren met betrekking tot dit gebied, welke naar mijn mening de moeite van het vermelden waard is. Adolphe Burdet werd op 19 september 1860 geboren te Croy in het kanton Vaud. Een Zwit ser dus en de Zwitserse nationaliteit zou hij altijd blijven houden ook al woonde hij meer dan de helft van zijn leven in Nederland. Hij studeerde aan de universiteit van Lausanne en kwam als jonge huisleraar naar Nederland waar hij als zodanig in dienst kwam bij de fa milie Van der Vliet-Borski op het landgoed Els- wout te Overveen. Aldaar schaakte hij de jonge welgestelde dochter waarmee hij uiteindelijk in het huwelijk zou treden. Na een jarenlang verblijf in Constantinopel waar Burdet leraar op de Franse school was, vestigde hij zich uit eindelijk op het buiten Lindenheuvel te Over- veen/Bloemendaal. Ondanks zijn Zwitserse nationaliteit werd hij alom gerekend tot de Nederlandse ornithologen. Hij behoorde tot het gezelschap van persoonlijke vrienden van Jac. P. Thijsse en evenals deze bekleedde hij bestuurlijke functies bij Natuurmonumenten, Vogelbescherming en de Nederlandse Orni thologische Vereniging. Burdet verwierf ech ter de meeste bekendheid door zijn vogelfoto's en als eerste filmer van vogels in Nederland. Hij overleed op 1 augustus 1940. Er bestaan aanwijzingen dat Burdet al in de jaren 1902 en 1908 in het Zwanenwater rond stapte, maar zekerheid hieromtrent heb ik niet gekregen. Wel is bekend dat hij op dinsdag 21 mei 1912 een bezoek aan het Zwanenwater bracht. Gewapend met een loodzwaar houten statief, een fotocamera ter grootte van een aardappelkist, een stapel 'gevoelige platen' en een zwarte doek van enkele vierkante meters meldde hij zich die dag bij jachtopziener Reij- er Kos voor een fotosessie. Vermoedelijk had hij geen magnesiumflitser bij zich want het was die dag vrijwel onbewolkt en dus zonnig. Jachtopziener Kos zal op zijn minst enigszins verbaasd naar dit alles hebben staan kijken te meer omdat Burdet er in zijn dagelijkse outfit uitzag alsof hij zo van de top van een Zwitserse Alp naar beneden was komen wandelen. Eens een Zwitser altijd een Zwitser zal zijn credo wel geweest zijn. Met de loodzware bepakking toog het gezel schap richting het 'Schuithuis', stapte in een platbodem en voer naar de lepelaarskolonie, toen nog gelegen in de rietvelden rondom het Eerste Water. Aldaar aangekomen bracht Bur det zijn fotoapparatuur in stelling, wat tussen het riet en in de modder niet eenvoudig ge weest zal zijn. In de zelfde tijd dat Hendrik Willem de Graaf en Hein Blei} endaal het Zwanenwater ornithologisch onveilig maakten, ontstond er een literaire samenwerking over de natuur tussen Jac. P. Thijsse en Eli Heimans. Uit deze samenwerking kwam een vermaarde serie natuurboeken voort, die bij Ver- sluys in Amsterdam verscheen: Van vlinders bloemen en vogels (1894), In sloot en plas (1895), Door het rietland (1896), Hei en dennen (1897), In de duinen (1899) en In het bosch (1901). De schrijvers illustreerden de boeken zelf en met deze boeken wisten zij de natuur in al haar facetten bij een bre der publiek onder de aandacht te brengen. Ook verscheen op hun initiatiefin maart 1896 het eerste nummer van De Levende Natuur, een tijdschrift dat nog steeds bestaat. -57.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2008 | | pagina 17