R&twties vak Legers Excursie! van Callantsoog. Kuifleeuweriken werden als mogelijke broedvogel vastgesteld. Overigens broedde deze soort nog tot middenjaren zes tig met jaarlijks zo'n vijf paar in de Rietput bij Sint Maartenszee en dus iets ten zuiden van het Zwanenwater. De doortrek van allerlei steltlopers lijkt enigs zins vergelijkbaar te zijn met het heden. Uit zondering is echter de regenwulp. In zijn 'Vo gelfauna van Callantsoog' schrijft De Graaf: "Vertoont in Mei zich gewoonlijk op 't strand en weilanden. Aast op heidebessen (empe- trum nigrum) die overvloedig in het duin groeien oostelijk van het Zwanenwater. Zij vertoonen zich half Juli tot in Augustus, in groote vluchten en trekken dan bij duizen den van de weilanden naar de bessen en om gekeerd". Fred Koning, Peter Spannenburg en onderge tekende waren er op 16 juli 2006 getuige van hoe regenwulpen zich tegoed deden aan de zwarte bessen van de kraaiheide. Alleen betrof deze 'grote vlucht' slechts 15 exemplaren en dat vonden wij al heel wat. Is er tot slot nog iets hetzelfde gebleven? Het antwoord is: ja. In een brief van Bleijendaal aan De Graaf d.d. 16 maart 1896 schrijft deze: "Spreeuwen zijn hier 's avonds bij duizenden te zien. Zij komen van alle kanten en overnach ten in het Zwanenwater." Honderdtien jaar later kunnen we in het voorjaar en in de na zomer dit verschijnsel nog steeds waarnemen. Alsof er niets veranderd is. Mevrouw Nel Swart uit Amstelveen schreef ons het volgende: De foto van het schilderij van het molenhuis op blz. 49 van de derde Clock van 2007 heeft een aantal mensen bezig gehouden. De redac tie kreeg een telefoontje van mevrouw Slilc- Mooy uit 't Zand. Ze vertelde dat haar moeder net zo'n schilderij had en ze dacht dat de ma ker de heer Rotgans was. Mevrouw Rotgans, echtgenote van de heer Rotgdhs dacht hetzelfde, zij belde Diclc en Gré Bregman daarover. Diclc en Gré waren daar niet van overtuigd en hebben toen nog eens goed naar de aquarel gekeken. Ze kwamen tot de ontdekking dat er toch een naam van de maker op te vinden was. Het schilderijtje is gemaakt door L.J. Groothui zen, in 1974. Het is in opdracht van het Hooge Huys gemaakt. De vader van Diclc, Cornelis Bregman (die in het Molenhuis is geboren), kreeg het aangeboden. Wegens een tekort aan belangstelling gaat de geplande excursie helaas niet door. Maar..., u krijgt een nieuwe kans: Begin oktober gaan we het duingebied van Petten tot Den Helder verkennen. U hoort er meer van! Overgenomen uit De Trindiaan met toestemming van de auteur Bronnen: K.H. Voous, In de ban van de vogels, Utrecht 1995 In de laatste Clock stonden twee foto's die ook in mijn fotoalbum zitten. Ik herken veel mensen, want ik was ook lid van de jeugdclub. Ik ben no. 17, Nel Swart, dochter van de slager. Ik was bevriend met Bep Unk (no. 10, zus van Karei Unk, no. 20). Bep en Karei hadden volgens mij een oudere broer. Ik weet niet of hij op deze foto staat. We zijn met z'n allen ook nog eens een weekeind naar Terschelling geweest. Vreselijk plezier gehad! We noemden de club DTT, De Toekomst Tegemoet, en we hadden fietsvlaggetjes met DTT. In mei of juni 1945 kwam ik met mijn ouders en twee broertjes, Kees en Hans, naar Callantsoog. Ik heb in de zesde klas gezeten bij meester Prins, en ging daarna naar de MULO in Den Helder, waar ik ook in de klas heb gezeten met Guus Zeeman. Hij heeft mij en mijn familie een aantal jaren geleden een rondleiding gegeven in boerderij 'Tante faantje'. Ik wil wel eens wat vertellen over de periode dat ik in Callantsoog woonde. In 1951 vertrokken mijn ou ders met vijf (bijna zes) kinderen naar Amsterdam. Ik vond het vreselijk, alles achterlaten! Af en toe kom ik een dagje in Callantsoog, heb er ook eens een paar dagen gelogeerd en geniet dan erg. Misschien jeugdsentiment, maar het dorp blijft altijd in mijn hoofd en ik lees De Clock graag. Groeten aan bekenden, Nel Swart. -25.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2008 | | pagina 5