Neiw tv duil Htomëftt (vervolg) DE GEBOORTE VAN HOLLYWOOD Jaap de Vries Maar wat moest er terecht komen van de be woners? Iemand (ik denk dat het mijn oom Piet Vos was) had een briljant idee en stelde voor 0111 alle houten zomerhuizen naar een stuk land, dat vier km van het dorp af lag, te verplaatsen. Oom Piet, die een bouwbedrijf had, was eigenaar van een aantal van deze zo merhuizen. Na wat onderhandelingen namen de Duitsers het voorstel aan en de verhuizing kon begin nen. Binnen zes weken ontstond er een nieu we nederzetting bestaande uit achtentwintig houten woningen. Het is me nog steeds een raadsel hoe ze in zo'n beperkte tijd toestem ming van alle eigenaars van de woningen verkregen en hoe ze zo snel aansluitingen op water en elektriciteit konden bewerkstelligen. Ook werden in die korte tijd een weg en wan delpaden aangelegd. De nieuwe nederzetting had een uniek karakter. Omdat het wel wat op een filmdecor leek werd het 'Hollywood' ge noemd, een naam die al gauw officieel werd aangenomen. zodat het beschikbaar was niet moeilijk te raden wie dat waren. Inderdaad het was het gezin de Wit (tante Jaantje, oom Antoon, Ge- rard en Greetje). Voor mij was dat fantastisch, want nu woonde mijn neef (die tevens één van mijn beste vrienden was) vlak om de hoek van de deur. Oom Antoon was een loodgieter maar boerde er ook wat bij, hetgeen op een enigszins gro tere schaal gebeurde dan bij ons. Hij en tante Jaantje bezaten meer land, ze hadden één koe meer dan wij en hadden zelfs een ketje (een klein paard). Wij leenden oom Antoon's ketje wanneer het hooi binnengehaald moest wor den en wanneer mest moest worden gespreid. Toen na de evacuatie de winter voor de deur stond moesten er stallen worden gevonden voor oom Antoon's koeien; gelukkig hadden we nog een leegstaand kippenhok beschik baar. Twee van de grootste huizen in Hollywood, die aan het einde van de nederzetting waren Vanzelfsprekend kon Hollywood maar een klein deel van de evacués onderbrengen en velen moesten een heenkomen vinden bij vrienden of familieleden die buiten het dorp woonden. Wij hadden bijzonder geluk dat we juist buiten het te evacueren gebied woonden. Behalve dat we in ons huis konden blijven wo nen, konden we ook onderdak aan anderen verschaffen. Tegen die tijd woonden de Kok ken niet meer in ons verbouwde kippenhok geplaatst, dienden als onze nieuwe school. Het was lang niet ideaal, maar vergeleken met les geven in de kerk was het luxe. We hadden een groot speelterrein en zagen uit over uitge strekte weilanden. Hoewel voor mij de school nu heel wat verder weg was had ik daar geen probleem mee ik had nu gezelschap tijdens de drie kilometer lange wandeling. In feite waren deze wandelingen belangrijke sociale gebeurtenissen. Na verloop van tijd werden de signaallichten van het dorp verwijderd helaas werden ze nu dichter bij ons huis geplaatst. Tenslotte bleek dat het verplaatsen van de lichten totaal nutteloos was: ten eerste stopten de Engelsen met het gooien van bommen in onze nabijheid en ten tweede eisten de Duitsers dat tegen het midden van 1942 alle Callantsogers het dorp moesten verlaten. De bezetters gaven voor dat het voor de burgerbevolking te gevaarlijk was om in het dorp te blijven wonen, maar de ware reden zal wel anders zijn geweest. Er werden steeds meer verdedigingswerken gebouwd en het dorp was bestemd om deel uit te maken van de 'Atlantikwaïl'. Bovendien wilden de Duitsers bezit nemen van de woningen. Tekening gemaakt door Jaap de Vries, naar een voorbeeld vanjacob Vos -34.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2006 | | pagina 14