Qert BakerVj vü- e*v_vjóoer ut CaliaMttooq Gert Baken (14.02.1880 22.09.1968) werd gebo ren in Cal lantsoog en was gehuwd met Johan- na ten Boe kei (04.12.1886 28.10.1961), dochter van Klaas ten Boekei, die een kruide nierswinkel had op de Buurt. Het echtpaar had drie kinderen; Wilhelmina (1915), Klaas (1916 - 1996) en Janny (1917). Vader Gert had één broer, Ome Hendrik, die altijd op Engeland voer en tijdens de oorlog overleden is aan keelkanker en één zus, tante Jansje, die woonde in de Anna Paulowna- polder en getrouwd was met Jan Koegelberg. Na de lagere school heeft vader wat losse baantjes gehad, waaronder helmplan ten. Later heeft hij in een hotel in Huisduinen gewerkt, waar toevallig ook moeder Johanna in de huishouding was en schoonmaakte. Waarschijnlijk hebben ze elkaar daar beter leren kennen. Toen vader en moeder trouw den, zijn ze weer naar Callantsoog gekomen en kwamen te wonen op de Buurt, waar nu snackbar Wip-in is. Daar zijn ze gelijk met de vishandel begonnen. Ze hadden een goede compagnon aan Simon Kooger. Simons ou ders waren jong overleden en daardoor kwam hij bij vader en moeder in de kost. Zo ging dat. Hij was wel wat jonger dan vader. Vader Gert had de ondernemingslust en Ome Sie- men de centen. Zo was Baken en Ko. geboren. Vader Gert regelde alles, 's Morgens ging hij al vroeg op pad met de auto om vis te halen. De auto was een soort pick-up wagentje met achter op de bak een stellage met zeildoeken, die je er af kon halen. Op de ene kant stond de naam S. Kooger, aan de andere kant G. Baken erop geschilderd. Het voertuig was van Ome Siemen, maar vader kon eerder rijden dan hij. Zijn rijbewijs had hij al snel gehaald, want hij hoefde alleen maar een straatje in en uit te rijden. Mien vertelt, dat er bijna elke dag een tele gram gebracht werd door de heer Worp van het toenmalige postkantoor, met de bood schap dat er vis met ijs onderweg was vanuit IJmuiden en met het trammetje in Schager- brug aan zou komen.Vader kocht vis via de heer Tol, die dat regelde vanaf de visafslag en veiling te IJmuiden. De vis werd met blokken ijs in grote manden vervoerd. Het was 'aller hande': paling, poontjes, strobokkum, ma kreel enzovoort. Vader had zelf een bijgebouwtje achter het huis gemaakt. Dat moest apart, want er was strenge controle door de warenwet. De vis werd daar schoon gemaakt, even in de pekel gelegd, op pennen gezet en na het drogen, gerookt. Terwijl de gerookte vis hing uit te wasemen met de deur open, kon vader met een gerust hart koffie drinken, want de kat paste op, zodat er geen andere katten bij kwa men. De kat zelf taalde er niet naar, want die had al genoeg gehad. In het bijgebouwtje had vader een rookruimte ingericht met stenen hokken met houtkrullen en zaagsel van eikenhout op de grond. Na het roken laadde hij de auto en de bakfiets in en als ome Sie men dan kwam, stond alles al klaar. Hij kon zo op de fiets stappen en wegrijden. Ome Siem deed de binnenwijk met Groote Kee- ten en vader reed met de auto naar Wie- ringerwaard en 't Zand. Hij had een bel aan de wagen om de klanten te alarmeren. In Wieringerwaard ventte hij en in 't Zand had hij op vrijdag een vaste standplaats naast de RI< kerk. Bij het visventen in Callantsoog had den ze veel vaste klanten. Later is vader ook ijsboer geworden. Hij maak te zelf ijs. Het ijs werd van volle melk ge maakt die bij Oskam vandaan kwam. Elke dag ging er 40 liter melk doorheen. Daar gin- Muja Blokker Gert Baken is jarenlang vis- en later ijsboer geweest in Callantsoog en omstreken. Aan het woord zijn twee dochters Mien enjanny over hun vader. -42.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2004 | | pagina 2