Familie
Er was toch veel armoe en veel te grote gezin
nen. In de winter was er haast geen werk. Er
werd verdiend met helmsteken. Dat werd langs
de kust geplant. Opa Vos was een van de beste
die er bij zat. Verder hadden ze alleen het
boerderijtje. In Callantsoog werd ook veel ge
stroopt en de Vossen stonden bekend als
echte stropers. Er is wel eens gezegd dat oude
moeder Vos zelf schoot, met het geweer de
duinen in ging. En ze had gelijk, ze liepen de
hele dag om haar heen (konijnen).
Tante Jaantje had de leeftijd van m'n broer
en zij zaten in dezelfde klas. Het was een veel
zwakker meisje dan Pietertje. Ze was niet
sterk en ze waren erg bezorgd om haar, Pie
tertje ook. Cornelis was ouder dan Pietertje
en die zat in dezelfde klas als mijn zuster.
Piet, dat was een goede timmerman. Adriaan
was vrachtwagenrijder op Schagen. Als je iets
uit Schagen moest hebben dan kon je het bij
hem opgeven en dan nam hij het voor je mee.
Met Pietertje heb ik in dezelfde klas gezeten.
We hebben wel naast elkaar gezeten maar
meestal zat ze een paar banken verder, ik
denk dat het ook vanwege het teveel praten
kwam. Pietertje was gek op dieren
en kon heel mooi
tekenen.
ling een baakster, vaak een gewone buur
vrouw, die de moeder verzorgde en het huis
houden deed. Dat heeft opoe Vos ook wel
gedaan, ze was een heel goed mens.
Voeding
Het eten werd achter gekookt, 's Winters deed
moeder veel op de vuurpot en werden er
broodjes in de ijzeren pot gebakken. In het
vuur voor de ketel zat gloeiende as. Brood
met lekkere korstjes en haardkoelcen. Brood
werd gedeeltelijk zelf gebakken maar er was
ook een bakker in het dorp.
Normaal werd er 's middags warm gegeten,
ik ken niemand die 's avonds warm at. Maar
als we naar school gingen aten we 's middags
brood en als we thuis Icwamen werd er eten
opgewarmd. Als er bij Pietertje thuis pannen
koeken werd gegeten dan ging ik wel mee.
Maar ze waren niet zo secuur bij de Vossen
en dat was ik niet gewend. Bij thuiskomst
kregen we verloren brood. Dan werden er
eieren met melk geklopt, daar werd beschuit
in geweekt en dan gebakken. Dat was heel
lekker.
Door de week was er geen lekker vlees. Ik kan
nog grillen van dat spek. 's Zondags werd er
bij de slager iets extra's gehaald. Ook werd er
wel een tulbandje gebakken.
We speelden vaak op de buurt
of op het schoolplein. Soms gin
gen we bij Pietertje thuis spelen, met pop
pen en maakte je een beetje een huisje. Of
je ging op het nollenterrein, met van
die kleine duinen, spelen. Maar niet
te lang want wij moesten altijd
weer naar huis lopen, allemaal
op die klompen. Als we onderweg
speelden deden we er een uur over
en anders drie kwartier.
Bevallen werd er in de bedstee en dan
bleef de moeder minstens een week in bed.
Er was een vroedvrouw in het dorp, dat was
juffrouw Baken en de vroedvrouw deed de
hele bevalling. Als er iets ernstigs was werd
de dokter erbij gehaald, maar die moest van
buiten het dorp komen. Er was na de beval-
Kleding
Opoe had altijd zo'n wespenschort voor
daar boven een jakje, een bloesje kon je
niet noemen.
en
het
-11.-