VERSLAG VAN EEN GESPREK, GEHOUDEN OP 17 MAART 1995 MET MEVROUW G. ZEEMAN-KRUISVELD (1896 - 1996) Boerderij Als de koeien in het voorjaar naar het land gingen dan werden de stallen 's avonds in de week gezet want het was natuurlijk vies en dan kwamen de mannen 's morgens schrob ben. Dan werd alles nog een keer met de hand schoongemaakt en dan werd alles ge wit, de schotten en waar het vee had gestaan. Het was vrij zindelijk hoor. En op de stallen werden allemaal schone schelpen gelegd en de lange koestal werd ingedweild met wit zand en een loper werd in het midden ge legd. De staander werd geteerd, in de groep kwamen schelpen. Inrichting Ik ben in mijn schooltijd wel bij Pietertje op bezoek geweest. Je had dat voorkamertje. Dat had een paarse lcleur en alles was van hout, ook de vloer. Geen behang en op de vloer la gen matjes. De tafel stond tussen de ramen. Ze hadden zo'n ijzeren potkachel en de kof fiepot op de kachel. Het waren plantenmen- sen want ze hadden altijd plantjes, welke weet ik niet precies meer. Onder de bedste den had je een kelder. Er was een houten schot met een luik erin en dan moest je een paar treden naar beneden en dan was je in de kelder. Je kon ook van bovenaf vanuit de bed steden de planken eruit halen en zo in de kel der komen. Die planken noemden ze houten lanes. De meeste mensen hadden er 's win ters aardappelen in staan, dan bevroren ze niet. Er werd veel bewaard in grote potten: Keulse potten voor sla en snijbonen. Voor de bedsteden hingen gebloemde gordijn tjes, van dat gebloemde katoen en die hingen achter de deurtjes. Dus als de deurtjes dicht waren dan zag je de gordijntjes niet. Ilc dacht dat die deurtjes groen waren. Meestal ston den de deuren 's nachts op een kiertje en als er visite was gingen de deurtjes dicht. In de kasten in de voorkamer hing het goeie goed. Bij ons thuis was er achter ook zo'n kast en dat was voor wat dagelijks gebruikt werd. In de kast in de kamer had je ook het servies en de borden. Aan de wand hingen meestal fo to's van vroeger, prentjes en een klok. Er was geen elektriciteit dus je had een petro leumlamp, zo'n hanglamp met een kapje. In de koestal hing een looplamp en die nam je mee als je naar buiten moest. Er stond altijd een lamp klaar om mee te nemen naar de w.c. achter. Maar in de winter dan ging je niet in die barre kou naar buiten, dan werd er gewoon een po gebruikt, of ging men ge woon naar de koestal. Wij hadden thuis water uit de regenbak maar de meeste mensen hadden een put waar ze water uit haalden en dat was goed water, hoor. 's Morgens moesten we allemaal gewas sen worden en daar was geen enkel plaatsje waar dat eigenlijk goed kon. Maar wat voor verzorging had je, je leerde je wel redden. Als er kleding gewassen moest worden, dat was toch een toestand. Daar hadden we dagen werk aan. Allemaal op 't gras op de bleek en dan ging het weer in een tobbe met schoon water met bleekmiddel erin en dat stond weer de hele nacht. De volgende morgen werd alles omgespoeld, aan de lijn gehangen en gestreken. Strijken ging met een bout met vuur erin. In Callantsoog werd er niet buiten op de bleek gelegd, daar was het te zanderig voor, ze hadden geen gras in het dorp. Gesprek, met Cj. XeemaMz-Kruismld (we-me) (op de lagere school klasgenoot en vriendinnetje van Pietertje de Vries-Vos Het rijtje was dicht, dus de stal stond vol. Ze hadden een paard want Vos deed nog wel eens dit en dat voor de dorpelingen, met een boerenwagen en een paard ervoor en zo reed hij door het dorp. Ze hadden geiten, kippen en schapen, 's Zomers gingen de koeien naar het land, maar dat land lag niet achter de boerderij. Dat lag tussen Callantsoog en Groote Keeten. De moeder van Pietertje kaasde niet want er was veel te kort vee en veel te kort melk. Op zolder had je de meubels voor het staltje. Die werden dan naar buiten gebracht en goed opgeknapt. Ze werden schoongemaakt, ge wreven en als het nodig was werden ze geschilderd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2003 | | pagina 10