Bij Teusv zijn, tachtigst& verjaar dag Mevr. D. Zwaan leest het gedicht voor. Teun-de-Post! 't Is alweer zoveel jaar geleden, toen ons dorp nog klein en knus gehurkt lag om De Buurt, kwam hij vandaar op 't fietsie aangereden, door 'Tante Pos' de polder ingestuurd. Zijn fiets bezweek bijkans van brieven, kranten, menig pakkie. Als het zonnetje dan scheen en hij had 't windje mee, dan was zijn tocht langs lcarrepaden wel een mak kie! Maar zulk weer is 't helaas maar zelden, hier aan zee. Bij stortregens of hagel, al lag er meters sneeuw, of bulderde de storm met windkracht tien, hij sjouwde er doorheen, zonder 't minst ge- peeuw. Al was het soms zo laat dat hij geen padje meer kon zien: hij kwam waarachtig toch, door prut en puin en gaten, om bij de 'Karremellcs' en ons de post achter te laten. Dan had ik wel een bordje snert of bonensoep en kon Teun efkes weer wat op de klaver komen. Hij reed z'n laatste rukkie, onder duin een huis of wat, en kwam dan eindelijk thuis, als een verzopen kat. Teun was niet enkel 'Post', hij was meer een 'ver schijnsel', zoals De Visserman op 't Plein, en de toren van de kerk. Hij was een vast bestanddeel van ons leven, bracht de post rond, maar ook dorpsnieuws be hoorden tot z'n werlcü! Eens brak een storm uit; woest als een orkaan kwam die over het duin aandonderen en brullen, recht op de woonplek van de Mooy-tjes aan! Die vreesden voor hun leven en hun spullen. Teun liep nog gauw naar 't boetje om het storm- vast te sjorren. Maar 't was te laat, een rulcwind blies de schuur en Teun omhoog: hij zag zichzelf met schuur en al, al op de wieken gaan. Nou, daar was Teun niet zo erg voor te porren. Hij struikelde de deur uit en landde met een smak, en brak daarbij z'n arm, of was 't zijn elleboog? Wij praatten over het voorval na, en toen sprak Teun: "Daar was'lc temet de eerste astronaut van Cal- lantsoog!" Ja, toen kwam Vader Drees, weetje nog wel? Bedong een ouderdomspensioen voor elke Neder lander. Vezelluf bracht Teun bij de post ook die AOW-tjes rond. De oudjes waren zo dolblij met een en ander, want ze hadden het nog nooit zó rijlc gehad! Ze dankten Teun met tranen in de ogen, alsof hij 't geld uit eigen zakken gaf. Wilden een fooitje geven, de borrelfles die kwam, maar daar begonnen 'Tante Pos' en Teun toch maar niet an. Het aantal oudjes en 't bedrag dat groeide, zodat Teun, met steeds meer kapitaal op zak, dacht: Straks krijg ik een dreun, me kop finaal aan barrele, de centen weggeroofd, en ik onder de zoden, van 't leven wreed beroofd! Het werd echt te riskant, iets anders werd be dacht. De AOW werd toen voortaan per giro thuisge bracht. Teun, wij buren zijn eens met de (post-)pet rond gegaan en bieden je de opbrengst hierbij in vriendschap aan. Gezondheid Teun, en blijf nog vele jaren op 't hoekje bij 'vrouw Monen' voor een buur praatje staan. Callantsoog, 11 november in het jaar 2000. D. Zwaan - 24.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2001 | | pagina 4