Teiuv Mooij (eUspost)
Toen Teun van school afkwam ging hij ook
bij het onderhoud van de kust werken. Totdat
Jaap Ambuul een knechie zocht, in de slagerij
en op het land. Een halfjaar hield hij dat vol,
maar het doden van dieren was niets voor
hem.
Als negentienjarige werd hij hulpbesteller bij
de P.T.T. Vanwege de mobilisatie kwamen er
veel Hollandse soldaten in de houten zomer
huisjes van Callantsoog wonen. Dus werd aan
Worp, die behalve besteller ook kantoorhou
der van Callantsoog was, gevraagd of hij niet
iemand wist. Dit werd Teun. Die had er wel
oren naar, het leek hem wel leuk werk. Maar
er kwam een einde aan toen veldpost dit
werk overnam.
Hij bleef in dienst, nu als inval-besteller van
de gemeente Zijpe. Werd er een postbode
ziek, dan bracht Teun waar nodig de post
rond en zo kwam hij in alle dorpen.
In de oorlog toen het dorp werd geëvacueerd,
kon het gezin in de schuur van Reinder de
Groot in Groote Keeten, Helmweg 24 terecht.
In 1942 kreeg een heel contingent P.T.T.-ers,
waaronder ook Teun, een oproep om in Duits
land te werk te worden gesteld. Kees v. Eclc, de
manufacturier van Callantsoog, die vanwege
de evacuatie weer terug was gegaan naar zijn
geboortegrond in Friesland, maar af en toe
zijn klanten kwam bedienen in Callantsoog,
was nu toevallig weer voor een paar dagen in
de kost bij Reinder de Groot.
Kees kwam bij hen kijken. "Wat heb ik ge
hoord?" zei hij, "Moet je naar Duitsland te
werken, heb jij daar zin in?" "Nou dat niet,"
zei Teun, "maar kijk, de koffer staat gepakt."
"Nou," zei Kees, "bij ons in Friesland gaat er
geeneen, daar duiken ze allemaal onder."
Onderduiken, daar hadden ze nog nooit van
gehoord! Maar dat idee stond hem wel aan.
"Zal ik je helpen," zei Kees. Nou graag na
tuurlijk, dus ging Kees naar Worp in Holly
wood, het nooddorp van zomerhuisjes waar
veel Callantsogers een onderdak hadden ge
vonden en waar ook de school, het postkan
toor en het gemeentehuis zich bevonden.
Hij moest de directeur van Schagen verwitti
gen dat Teun het verschrikkelijk in zijn rug
had, want dat was niet te controleren. Ook
dokter Boerma gebeld, die kwam, "Wat is er
aan de hand, jong." "Nou," zei Teun, "ik moet
naar Duitsland te werk, maar ik ga niet, dus
als U nou even een ziekenbriefje schrijft, dan
ben ik gedekt." Dit kwam voor elkaar, poeiers
kreeg Teun ook nog, maar die verdwenen in
de kachel.
Na 3 maanden, het was begin 1943, vroeg de
directeur van Schagen weer aan Worp, of
Teun alweer beter was. Nou die wilde wel
weer werken want hij was het goed zat, maar
na veertien dagen kwam er alweer een op
roep. Toen werd er maar ontslag aange
vraagd, wat hem onmiddellijk werd verleend.
Hij ging bij Teun Mooij aan de Langevliet wer-
Jannie Provily
Teun is op 11-11-1920 geboren, achter het duintje, op de Zeeweg rechts van 'Klein Callinghe op 't
Oghe', het doodlopende weggetje richting de Previnaireweg.
Teun zijn vader, Jan Mooij, was een broer van Teun de boer, er stond daar een dubbel woonhuis
waarin beide broers woonden. Zijn vader werkte in 't Zwanenwater bij van Honschoten en later
bij het onderhoud van de kust. In 1927 verhuisden zij naar de Abbestederweg. Dat huisje ver
brandde in 1938. Er werd een nieuwe woning gebouwd.
-
"uk i
- 22. -