Pttaret of> mij ftgestapt
OatstaAJH/ Kzumc Caiümtsooa
AUGUSTUS 1945)
Er liep een pad ten
noorden van en even
wijdig aan de spoor
baan welke vanuit de
Groote Keeten naar
de machineloods ging.
Over dit pad werden
de planken met paard
en wagen opgehaald.
Vele malen was dit
goed gegaan tot er
een paard op een
mijn stapte. Dit paard
was van Bregman
van de Scheidings-
vliet, een Belg welke
door de knecht Doe-
de Bakker aan de
spoorstok langs het
pad werd geleid. Het
paard dat met z'n voorpoot op de mijn stapte
werd uiteengereten en was op slag dood.
Voor Doede Bakker zag het er op het eerste
gezicht ook niet goed uit. Later bleek dat hij
aan één oog blind was door opspattend zand
en zgn. kruitslijm.
Tijdens de ontploffing stonden verschillende
mensen bij de machineloods. Jan Kooy (Jan
Brombeer) was ook langs de spoorbaan op
weg. Hij sloeg z'n handen aan de oren en
riep: "Help, m'n kop is eraf!"
Bij rondleidingen door de museumboerderij
Tante Jaantje' wordt nog al eens gevraagd
hoe de naam Callantsoog is ontstaan.
De verklaring is het volgende. Het is bekend
dat vroeger Callantsoog noordelijker op een
eiland lag.
Al aan het eind van de 9de eeuw komen we
de naam Callinge tegen. Vermoedelijk is die
naam ontstaan uit de Friese persoonsnaam
Kalle (Karei).
Daar is het achtervoegsel inge aan vastge
plakt. Dat laatste betekent 'en de sijnen'.
Omdat Callinge op een eiland lag, werd het
woord Oghe eiland) toegevoegd. Dus Callinge
op 't Oghe. Vertaald: Het eiland van Kalle en de
sijnen.
Later smolten de namen van het dorp en het
eiland samen en ontstond de naam: Cal
lantsoog.
X
Kees Vriesman
Na de oorlog bevonden zich op het strand en in de duinen houten planken die door de mensen uit
de omgeving opgehaald mochten worden. Deze planken hadden tijdens de oorlog dienst gedaan
om als mijnen geplaatste granaten ermee af te dekken, zodat het oppervlak en daarmee de kans
op ontploffing groter werd. De planken werden opgeslagen en bewerkt in een gevorderd gedeelte
van de werkplaats van Teun Borst. Dit gebeurde door twee oudere militaire timmerlieden uit
Leipzig. Deze timmerlieden heetten Hoppe en Paizann.
Rens Roos op de plek waar de mijn lag.
-39.-