Ee*i mijn, voor CaUatvtsoog Op 16 februari jl., om 10.30 uur, was ik juist voor controle en inspectie op post Callants oog, toen de postcommandant mij rappor teerde: "Een losgeslagen mijn van groot kali ber ligt vlak voor de post." Boven op de post komende, zag ik de knaap liggen op ongeveer 300 meter afstand, richting N 2450, vastge werkt in een groot ijsveld langs de kust strook. Het gevaar inziende, zowel voor de scheepvaart (het onderzoekingsvaartuig was reeds gewaarschuwd middels optische seinen door de wacht onder leiding van de kwartier chef), het dorp Callantsoog (gewaarschuwd door de dorpsomroeper), als vlak voor mijn post, stelde ik mij onmiddellijk in verbinding met de respectievelijke autoriteiten om dit onding onschadelijk te maken. Gevaar is niet denkbeeldig, gezien de laatste der drie mijn explosies die ik heb meegemaakt in Badhotel Huisduinen, waar ik in het holst van de nacht mijn bed en kamer uitgeslagen ben. Ik moest mijzelf en ook de bemanning van de post tegenhouden, anders hadden we zelf de knaap wel uit de weg geruimd, maar dat gaat nu eenmaal zo maar niet. Dit moest formeel langs verschillende schijven en raderen gaan. Ilc verkreeg echter de toestemming van de Adjunct Chef Staf: "Is dat monster gevaarlijk voor de scheepvaart? Ja? Nou dan weg met dat ding." Een luitenant jong in leeftijd, voelde zichzelf de juiste man om het monster onschadelijk te maken en ook hij wilde er korte metten mee maken toen er plotseling remmende or ders binnen kwamen. Niets mocht er gebeu ren, voordat de kapitein aanwezig was en later niets voordat de majoor erbij tegenwoor dig was. Het 'feest' zou officieel om 14.00 uur begin nen, ongeveer drie uur nadat de mijn voor de post was aangekomen. Bij mijn tweejarige ondervinding in de Spaanse Burgeroorlog werden zulke dingen binnen enige minuten onschadelijk gemaakt. Desnoods door ze in de grond te boren. Maar ja, een mijn is een mijn en hoewel vast zittend in een ijsschots, was deze nu eenmaal niet zo gedisciplineerd en beleefd om op de hoogste autoriteiten te wachten. Ze was in middels met een vaartje van 4 mijl naar het zuiden afgedreven. Verontwaardiging alom dat ze niet was blij ven liggen en toen ging de hele sectie er vlug achteraan, tot zelfs de hond van de majoor. Toen de mijn op ongeveer 2800 meter onder schot zou worden genomen, vond ik het raad zaam om mee te delen dat er nu, door de ver anderde ligging, ook wrakboeien en verken ningsboeien in de buurt lagen. Dus nautische bezwaren. "Stop, stop," werd er gecomman deerd. Als oud-zeeman vond ik het raadzaam de volle 100% zekerheid te hebben alvorens te schieten. De jacht ging verder, maar aangezien mijn aanwezigheid op een andere post noodzake lijk was en er toch voldoende (hoge) functio narissen aanwezig waren, ben ik tegen 16.00 uur - door hoge sneeuwbergen in de duinen - naar Callantsoog teruggekeerd. Later vernam ik dat er 650 schoten op de mijn gelost waren, maar zonder resultaat. Een ontploffing had ik ook niet gehoord... In ieder geval was het voor de jongens en voor mij een interessante middag en een nut tige les voor de toekomst. Een tweede maal schiet ik er zelf maar op los! Hoe kom je aan kopij? Veel redacties hebben daar moeite mee. De redactie van 'De Clock' heeft echter niet te klagen. Regelmatig ontvangen de redacteuren stukjes. Ook nu weer. Via een lid kre gen we een verslag, dat een luitenant Bernhard over een aangespoelde mijn voor Callantsoog had geschreven. Het gebeuren heeft zich vermoedelijk in de winter 1939-1940 afgespeeld. In welk blad dit verhaal al eerder gepubliceerd is, weten we niet. Ook kennen we de schrijver niet. -37.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2001 | | pagina 17