laars te ontdekken, want het Zwanenwater
was nog streng verboden, particulier bezit.
Leren dat je niet in zee mocht bij de pieren
en altijd met je tenen de grond moest kun
nen voelen bij het zwemmen. Het maakte
indruk, want was moeder niet een keer door
een mui een eind in zee getrokken? Kijken
hoe Piet en Willem van Jantje aan het garna
len vangen waren. Kwallen begraven en een
beetje angstig krabben kijken bij de pieren.
De allermooiste herinnering betreft echter
een oefentochtje op zee met de reddingboot.
Eerst de tewaterlating. Met heel veel span
paarden over het rulle zand, langs de
Seinpost, naar het strand. Wat was hij groot
en hoog in kinderogen. Wij werden in de
boot getild om als drenkeling te fungeren. De
boot werd in zee gereden en er werd op een
kalm zeetje een rondje geroeid. Onverge-
telijk.Toch niet voor niets, dat oefenen. De
zee kan ook spoken. Gevaar dreigt altijd.
1935. Links de schrijver van dit stuk.
Toen ik tien was kwam er een einde aan de
zomervakanties in Callantsoog. De zomer
van '39 was de laatste. De tweede wereldoor
log brak uit en de mobilisatie werd afgekon
digd. De oudste lichtingen reservisten moes
ten de kust gaan verdedigen en de zomer
huisjes werden gevorderd. 'Erica' was een
soort kantoortje. Vele jaren later bleek de
vader van een van onze beste vrienden in de
strenge winter van '39 als militair in 'Erica' te
hebben gewerkt en nog steeds kontalct te
onderhouden met Callantsogers uit die tijd.
Een jaar later was er geen Nederlands leger
meer en was alles gevorderd door de Duitse
Wehrmacht. In de zomer van 1942 kwam het
bevel om Callantsoog te ontruimen. De zo
merwoningen moesten in zeer korte tijd wor
den gedemonteerd en de inventaris afge
voerd. Logerend bij oom en tante in de Wie-
ringerwaard werd ik, 13 jaar oud, tesamen
met een knechtje, op de fiets met aanhang-
wagentje, naar Callantsoog gestuurd om zo
veel mogelijk inventaris in veiligheid te bren
gen. De zomerwoningen werden weer opge
bouwd aan de Oosterweg bij de Noord-
schinlceldijk om de verdreven Callantsogers
onderdak te bieden. 'Hollywood' was gebo
ren. Ik ben er één keer geweest. Ook op een
regenachtige dag. Alles was drassig.
Na de oorlog was er geen sprake van dat 'Eri
ca' en 'Zonneschijn' weer door ons gebruikt
mochten worden. Het zou nog tien jaar du
ren. Ze werden weer gedemonteerd en in Cal
lantsoog aan de Op 't Landtweg op de huidige
plaats weer opgebouwd. Door de verwoesting
van Den Helder en de munitie-explosie in '43
in Callantsoog bleven ze als noodwoning
nodig. De huuropbrengsten waren 2,50 en
3,50 per week. De oude generatie zag er
geen brood meer in. In 1948 werd 'Zonne
schijn' verkocht aan de familie Boontjes uit
Schagen die er dus nu ook al weer als goede
buur 50 jaar plezier van hebben.
Eindelijk werd in 1955 ook 'Erica' weer vrijge
geven. De jonge generatie voorkwam dat het
ook verkocht werd en knapte het zo goed
mogelijk op. Vanaf dat moment ging Cal
lantsoog weer leven voor de familie. Kinderen
werden geboren en groeiden op. De geschie
denis herhaalde zich. Ook zij genoten jaar in
jaar uit van zon en zee, en hechtten zich aan
Callantsoog. Opnieuw werden de banden met
Callantsoog aangehaald en vormden zich
vriendschapsbanden met Callantsogers en
met badgasten. We werden gecharterd om op
het strand te helpen bij de kinderspelen, we
mochten de albums met herinneringen van
opa (Piet) Vos inzien en zagen Callantsoog
veranderen en groter worden. Ook 'Erica'
werd verbouwd en 'Zonnedauw' en 'Sunne-
maire' konden aan het familiebezit worden
toegevoegd en nieuw worden opgetrokken.
Weer werd een generatie volwassen, ging
trouwen en kreeg kinderen. Weer werd Cal
lantsoog de favoriete zomerbestemming. Opa
en oma mogen meegenieten en soms op de
kleinkinderen passen. Callantsoog blijft de
ideale familiebadplaats met zijn licht, zijn
prachtige luchten en zijn kerkje dat ons uit
nodigend begroet als we de bocht in de Zij-
perdijlc omkomen.
-33.-