Vijfenzestig jaar badgast 1999 De bestemming was 'Zonneschijn' (nu nr. 11), toen neergezet op de plaats van nu nr. 12. Montagebouw uit Vroomshoop. Het oogde niet erg, net een aannemerslceet. Besloten werd om de veranda toe te voegen om het geheel wat aantrekkelijker te maken. Machtig interessant voor een kind, die bouwvakkers activiteiten. Binnenschilderwerk moest zelf gedaan worden. Ik herinner me een tocht achter op de fiets naar Schagerbrug om verf te halen bij Renooy. Tegenover ons was het atelier van Annie op 't Landt en Tine van Doornik. Beelden van een expositie zweven in mijn herinnering. Een prent met het gezicht op Callantsoog vanaf de Seinpost uit 1929 van Tine van Doornik siert nog altijd onze wand. Het verschijnsel 'tweede woning' begon in die jaren op te komen. De een na de ander verrees langs het zeer zanderige schelpenpaadje dat later de Op 't Landtweg zou worden. Families uit Schagen, Amsterdam, Friesland etc. kwamen elk jaar terug en werden goede bekenden. Achter ons het huisje van Maarten Mooy (1864 - 1961), de beroemde oud-schipper van de reddingboot. Hij lette op ons huisje buiten het seizoen. Achter was een klompenhos, bin nen, in mijn herinnering, links onder het raam een tafel met twee stoelen waarop het oude stelletje zat. Ik ben nu zelf bijna even oud. Niet te geloven. Een blad met theelichtje en een petroleumstelletje zie ik ook nog voor me. Eens had Maarten Mooy een jubileum te vieren. Naast en voor het huis stond de Fanfare te spelen met heel veel volk er omheen. Toespraken waren er ook. Naast ons de Tandem (nu nrs. 8 en 10) van de families Rezelman en Barneveld uit Schagen. De vakantie beviel zo goed dat mijn ouders, tesamen met een oom uit Wieringerwaard, een jaar later een tweede zomerwoning er naast lieten zetten: Erica, op de plaats van nu nr. 14. Elk jaar naar Callantsoog, elke dag naar zee. Langs het paadje tussen het kampeerterrein en de RW tuintjes, om het emplacement van het duinspoortje, langs het reddingboothuis je, onder langs de Seinpost (het pad omhoog aan de zuidkant) naar het strand. Bij paal 13 was onze vaste stek. Elk jaar strandhopen en strandfiguren maken. Sommige gewonnen prijzen kunnen we ons ook nog herinneren, 's Avonds nog een wandeling naar het Kooibos of het V.V.V. bosje. Heel laag nog, die dennen daar. Een vijvertje in het midden. Wat leek het groot, in kinderogen. Naarmate we ouder werden verwijdde de horizon zich. Wanneer oom en tante uit de Wieringerwaard met de auto op bezoek kwa men, mochten we ze tegemoet lopen langs de Zuidschinkeldijlc. Maar niet verder dan de Zijperdijlc. Onderweg bramen plukken. Verkeer was er bijna niet. Ook de fiets ging nu mee naar Callantsoog. Eens dachten we te zien dat ergens in het noorden een tweedek- lcertje van de Kooi was neergestort. Niets gevonden, maar de zoektocht strekte zich wel tot bijna Den Helder uit. Waarschijnlijk voer de het vliegtuigje alleen maar een verticale kurlcetrekkervlucht, een vrille, uit. Vliegtuigen speelden ook verder een belang rijke rol in die vakanties. Of is dat alleen in mijn herinnering zo? Zeer regelmatig werd er door tweedekkers van land- en zeemacht op duintophoogte langs de kust gevlogen. Machtig interessant. Ook de Fokker hoogdek kers kwamen regelmatig zo laag langs, op weg van Schiphol naar Texel. Zelfs de viermo torige F22. Steeds meer huisjes verschenen langs ons schelpenpaadje. Ook bij de ingang van het dorp en achter de kerk (nu de Zeeweg). Maar de zee en het strand bepaalden toch in de eerste plaats ons leven in Callantsoog. Wandelen naar Groote Keeten en naar Petten. Jutten langs het strand waar regelmatig dode bruinvissen te 'bewonderen' waren. Op je buik op de eerste duinrichel met een verrekij ker naar het Zwanenwater turen om lepe- doorj. IJff Gebruind door de zon, schijnbaar onvermoeid na een dag aan het strand, zwerven de klein-kinde- ren nog even met vriendjes en vriendinnetjes rond de huisjes aan de Op 't Landtweg. Te vroeg om naar bed te gaan. Nog niets veranderd sinds vijf en zestig jaar geleden opa in 1934 voor het eerst als vijfjarige met zijn ouders in de zomer naar Callantsoog kwam. Achterop de open vrachtwagen van oom Klaas. Uitkijken voor de stoomtram die tussen Alkmaar en Schoorldam vele keren de weg kruiste. - 32.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1999 | | pagina 12