De teksten op deze bladzijde hebben allen iets met de Callantsoger kerk te maken. Zij werden gelezen door C. W. J. Schaap in het boek: 'Sprokkelingen uit de Historie van het zeedorp Caïlantsoog' doorj. Baken Gzn. Zij zagen 'het oude Caïlantsoog' Ds. Mooij was van 1687-1734 dominee in Caïlantsoog. Zijn naam komt ook voor op blz. 277 van de Kroniek van Medemblik (uitg. 1736) van Dirk Burger van Schoorl. De laatste was chirurg aan de Oudesluis. (Hij ligt in Caïlantsoog begraven. Zijn steen staat op het oude gedeelte van het kerkhof aan de kant van de Zeeweg. Red.) In de kroniek van Medemblik vertelt Van Schoorl dat hij met de predikant Cornelis Mooij en de officier (schout) Cornelis van den Heuvel in de Grasmaand (april) van 1704 op het strand de fundamenten van de kerk van het oude Caïlantsoog heeft gezien en veel doodkisten die 'open- gespoeld' waren. Rietendak - pannendak In 1822 had de kerlc nog een rieten dak. Dit blijkt uit de jaarrekeningen van dat jaar, waarop de post staat: "Aan Riet, Ropen en arbeidsloon ten gedeeltelijke reparatie van het Rieten dak der Kerk f 74,47 yZ'. Waarschijnlijk is in 1865 toen de kerk een grote beurt kreeg het rieten dak vervangen door een pannendak. We komen namelijk in 1874 (dan pas? Red.) een notitie tegen, waarop staat dat er aan W. F. Stoel te Alkmaar voor 200 dakpannen 10,00 is betaald. In het kerkboek van 1800 staat dat er in de periode 8 september 1799 tot begin januari 1800 geen kerk gehouden kon worden. De kerk werd toen door Engelsen (of Russen?) als paarden stal gebruikt. Op 8 januari 1800 kwam men weer bijeen, echter niet in de kerk, maar in een particulier huis. Dat stond op het Oostend van Caïlantsoog en behoorde aan Maarten Mooij. Hij was Commandeur op een walvisvaarder die naar Groenland voer. (Zie 'De Cloclc', jaar gang 7) Uit de jaarrekening 1839; een flinke bijdrage Uit een concept-request 'Aan Zijne Majesteit den Koning' van februari 1839 blijkt dat de Hervormde Gemeente slechts 285 zielen en 112 lidmaten telde. Zij moest jaarlijks een repartitie (omslag) van 100,00 over haar lidmaten doen "tot vinding der onderhoudskosten van Kerk en Pastorij en voor de behoeften van hare Eredienst hetwelk reeds een aanzienlijk bezwaar oplevert vermits het merendeel der leden in behoeftige omstandigheden verkeert." Jacob Vos (de betovergrootvader van de Jacob Vos, die ook in 1997 op strand huisjes en scher men verhuurt) ontving in 1839 3,00 voor 'het teeren van het hek om de kerk'. RESTAURATIE In 1865 kreeg de kerk een herstelbeurt. Die werd uitgevoerd door P. Wilms van Barsingerhorn voor 3174,00 200,64 ^2 voor meerder werk. Er was dagelijks toezicht van J. M. Timmerman voor 14,00 volgens accoord. De herstellcosten konden worden bestreden uit: Subsidie van het Rijk 816,31 Subsidie van de Provincie 800,00 Subsidie van de Synode 800,00 Vrijwillige bijdrage 292,50 5% geldlening van C. Thomasz 700,00 3408,81 76

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1997 | | pagina 16