DUINVOET, deel 3
PIET WIT, DE ZOON VAN DE SLAGER, DE WIJK IN. 1950) DEEL 2
Kees Vriesman
Nog enige opmerkingen bij mijn verhaal over de strandpalen. Zie ook 'de Clock' no. 1 en 2 van
maart en juni 1997.
Zoals reeds vermeld werden deze palen gebruikt bij het meten van de plaats van de duinvoet
en de hoogte van strand en duinen.
Voordat de plaatsbepaling langs elektronische weg plaatsvond, vormden de palen een raai.
Dat is een lijn waarin de peilvlet voer om de dieptes te bepalen.
De afstanden in de raai werden gemeten met een afstandsdraad, sextant en later met het zoge
naamde radiolog.
Ook alle strandhoofden zijn via het palenstelsel ingemeten. De nummering van de strand-
hoofden loopt ook volgens de palennummering.
In het voorjaar worden op verschillende palen paspuntschijven geplaatst. Doordat van iedere
paal de positie en de hoogte bekend is, kan door middel van luchtfotografie de hoogte van
strand en duinen bepaald worden.
Ook de gemeentegrenzen zijn op het palenstelsel ingemeten. Dit is gedaan in verband met de
strandvonderij en de verpachting van strandgedeeltes.
Een niet meer in gebruik zijnde roei-peilvlet ligt op het erf achter de boerderij 'Tante Jaantje'.
Tijdens een van mijn rondvragersochtenden zat ik aan de koffie bij Piet ICruisveld, een zeer
markant figuur. Hij was aannemer en uitvinder en woonde in de Groote Keeten. Van hem
hoorde ik het volgende verhaal:
Zijn vader, Hendrik ICruisveld, was boer in de Keeten en jaagde nog met een voorlader. Nu
waren dat uitstekende jachtwapens, maar ze hadden een nadeel. Doordat zij via de loop wer
den geladen, kon je nooit meer ontladen. Er zat dus niets anders op dan datje bij het beëindi
gen van de jacht het wapen leegschoot. Je kon het uiteraard niet geladen wegzetten.
Hendrik ICruisveld had in
die tijd een zetboer die
nogal graag een borreltje
lustte. Nu deed het vol
gende zich voor.
Na een ochtend te heb
ben gejaagd begaf
ICruisveld zich tegen
etenstijd naar huis. Hij
had niets geschoten en
keek al uit naar een
meeuw of een kraai om
zijn geweer op leeg te
schieten. Nu bleken er
noch meeuwen, noch
kraaien te zijn en zo
schoot hij zonder er verder bij na te denken op 't schijthuus dat boven een sloot achter zijn
pachtboerderij stond. Tot zijn schrik vloog de deur open en rende er een vrouw uit, met de
broek op de hielen en haar handen in haar nek. Geschokt keek ICruisveld toe, dat was niet
best. Goede raad was duur. Hij rende naar huis en pakte een kruik Bols. Hiermee snelde hij
naar zijn pachter. Deze was bezig met een doekje het achterhoofd van zijn vrouw te betten. Er
waren daar een paar hagelkorrels in de huid gedrongen. De vrouw klaagde: "O, mijn hoofd."
De pachter had het over de pliezie.
ICruisveld betuigde zijn spijt en zette de kruik Bols op tafel. Meteen veranderde de houding
van de pachter. "Hou nou maar eens je smoel," zei hij tot zijn vrouw. "Zo erg is 't nou ook
weer niet."
51