CALLANTSOGER KERMIS VROEGER Op de eerste zondag van september begon hier vroeger 1924) de kermis. Die duurde dan drie dagen en iedereen had vrij! Alle dorpsgenoten hadden hun 'sundagse' kleren aan en voor al voor de kinderen werd wat nieuws gekocht of gemaakt. Vooral het laatste, want in 't alge meen moest men met een klein loon zien uit te komen. Voor de schoolkinderen waren er spelletjes op de 'Buurt', die toen nog zo genoemd werd. Voor volwassenen was er ringsteken met paard en wagen en het traditionele 'lcatgooien'. Dat alles om en rond de 'Buurt', die toen nog een flink grasveld was. Er was dan nog ruimte genoeg over voor een zweefmolen, een schiettent, een snoeptent en de ijscoman Arie Bakker uit Groote Keeten. Aan een tafeltje tegenover het 'Dorpskoffiehuis' stond Jantje de Boer met een draaibord met een pijl. Kinderen betaalden haar een cent en gaven dan de pijl een zetje. Als die dan een 'Snoepding' aanwees hadden ze geluk. Meestal was 't mis, want Jantje had daar haar foefjes voor. Jantje was een dorpsfiguur die nu niet meer voorkomt. In de twee cafés was er dansen. Dat begon op maandag- en dinsdagmorgen om 10 uur met 't eerste deuntje. De muziek bestond doorgaans uit een pianist/accordeonist, een violist en een slagwerker. In één van de cafés was er op maandagavond een 'uitvoering', veelal een cabaretgezelschap. Één daarvan was het gezelschap Daan Pool uit Oude Sluis en dan was de zaal altijd tjokvol. Zijn Westfriese voordrachten met ernst en humor waren toen niet te evenaren. Maar ook onze 'Rederijkerskamer' kreeg op één van die avonden de zaal vol. Er werd dan stee vast een blijspel gebracht met Jan Brouwer in de hoofdrol. Ook de mensen die toen bij de firma Daalder werkten aan de dammen of de beplanting kregen vrij. Toen was het nog zo, dat de mensen uit Groote Keeten niet naar de Callantsoger kermis gingen. Die gingen naar 't Zand. De 'mensen van Daalder' gingen die vrije dagen aardappelen rooien in 't Calles. Daalder trok later voor deze mensen die vrije dagen in. Zijn standpunt was: "Je krijgt het voor de kermis in Callantsoog, dan moetje er ook heengaan." Gert Kuiper zat met zijn ouders aan een tafeltje in hotel 'Duinzicht', één van de cafés. Tegenover hem zat Japie Bakker met zijn ouders. Op een gegeven moment vroeg Gert aan zijn moeder om een dubbeltje voor de snoepautomaat. Voor een dubbeltje kon je daar een plak chocola uittrekken. Gert kreeg een dubbeltje. Japie zag dat. Daarop vroeg hij aan zijn moeder ook een dubbeltje. Die zei toen tegen haar man: "Hoor je 't Jaap, hai vraagt om een héél dubbeltje. Deer moet jij nag hard voor werke." Twee tellen later zegt ze tegen haar man: "Bestel een Affekaatje voor me." Of Japie daar ook nog een likje van kreeg, vertelt 't ver haal niet. De consumptie prijzen waren toen voor alles een kwartje en als er muziek was 5 cent duurder. Natuurlijk waren er tijdens de kermis dagen dronken mensen en soms daardoor vechtpartij en. Dat was dan vaak met mensen uit de dorpen Petten en Julianadorp. Het ging er nog vrij humaan aan toe, want het werden altijd vuistgevechten met na afloop bloedneuzen en blau we ogen. De zweefmolen was eigendom van de familie Braak uit Egmond. Bovenop de molen stond een leeuw en mogelijk heette de molen oolc 'de Leeuw'. Ook de molen die nu elke zomer op het Dorpsplein staat, is van de familie Braak. Ze bezoeken alleen kermissen in Noord-Holland. In Callantsoog werd nooit staangeld betaald, soms werd zelfs toebetaald om de draaimolen of de zweef te laten komen. De schiettent kwam ook jaren achtereen en was van Nardis Hendriks. doorjacob Vos Pzn. 60

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1995 | | pagina 16