Sinds ik van de zomer deze regel ontdekte op een hoog kantoorgebouw in Rotterdam laat me die
niet meer los.
Sterker, vele malen heb ik sindsdien de uitdrukking gebezigd, zowel in de privésfeer, in de werkom
geving, ten opzichte van onze woonomgeving en niet in het minst in onze boerderij. De uitdrukking
zou permanent aanwezig moeten zijn in onze stolp, bijvoorbeeld geborduurd en/of geverfd en/of via
houtsnijwerk. Een leuk stukje huisvlijt is er van te maken. Want diezelfde voor ons zo waardevolle
stolp is als je er niet op let ook zo weerloos als het maar kan. Vandaar dat we het in ons bestuur als
een belangrijke verantwoordelijkheid voelen om er voor zorg te dragen dat de stolp voor nu en voor
later bewaard blijft.
Na de expositie van afgelopen zomer zijn daarvoor reeds een paar stappen gedaan. Ten eerste is de
stolp door de firma van Lierop uit Heerhugowaard voor een vriendenprijsje behandeld tegen hout
worm. Het resultaat mag er zijn. Door deze ingreep kan de constructie er weer jaren tegen.
Ook is er reeds grondwerk verricht op het achtererfje, zodat we in de loop van de winter er een
eventuele bestrating kunnen gaan aanleggen. Tevens heeft rietdekker v.d.Grift uit Wieringerwaard
geheel belangeloos het rieten dak bijgewerkt.
Binnen in de boerderij is er ook volop werk, zoals het inrichten van een archiefkamertje, het vervol
maken van de zolder en die voor de expositie 1995 opnieuw in orde te maken. Hiervoor vindt nauw
overleg plaats met de museumconsulent, het Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het
Waterleidingbedrijf.
Twee stagiaires komen ons van januari tot mei 1995 helpen om aan al onze ideeën en gedachten zo
verantwoord mogelijk gestalte te geven. Nic Smit en Cees Zwaan hebben toegezegd zich te willen
buigen over de renovatie van de woonkamer. Een zinvolle, maar moeilijke klus.
Op zaterdagmorgen wordt er vooral gewerkt in en om de boerderij. Een ieder is dan welkom
om zich te oriënteren en eventueel dienstbaar te maken. Graag zelfs, want dat is nu juist één
van onze doelstellingen: gezamenlijk iets van waarde ontrukken uit de weerloosheid van het
heden en door te geven aan het nageslacht.
Lodewijk Napoleon, broer van de 'grote' Franse keizer Napoleon,
regeerde als koning van 1806 tot 1810 over ons land. In zijn koets reis
de hij door Holland. Van zijn bezoek aan Noord-Holland ontvingen wij
een kopie van een verslag. We ontlenen daaraan het volgende:
Op welke datum Lodewijk Napoleon in Callantsoog was, is ons niet bekend. In ieder geval moet het
tussen 21 en 27 april 1807 zijn geweest.
80
STICHTING CALLINGER ERFGOED
Alles van waarde is weerloos Cor Spijker
KONING LODEWIJK NAPOLEON IN CALLANTSOOG april 1807
Op 21 april 1807 kwam de koning in Den Helder aan in goeden wel
stand'. Hij ging aan boord vati liet oorlogsschip 'Zoutman', dat het
anker lichtte en met de koning ging spelevaren 'in de moeilijke door-
togten van het Texelsche Gat in het gezigt der Engelschen
Zijne Majesteit bezichtigde enige oorlogsschepen, uiteraard 'met de
grootste nauwkeurigheid en met het scheepsvolk ter hunner aanmoedi
ging blijken zijner tevredenheid gelaten
De koning bezocht de Hondsbosse Zeewering en Callantsoog, de ver
schansingen van Kijkduin tot aan het Nieuwediep en bekeek aan boord
van een jacht de nieuwe oostelijke havendam die zich langs het 'Nieuwe Werk tot in de Zuiderzee'
uitstrekte en 'op het oogenblik der eb eene aanzienlijke diepte in het Nieuwe Diep doet behouden
Na zijn bezoek aan Den Helder werd Hoorn met een koninklijk bezoek vereerd. Vervolgens Edam,
Monnickendam, Purmerend en Alkmaar, waarna de koning op 27 april weer in Haarlem aankwam.
Het was 's avonds om half negen. 'De koning was moede en ging spoedig te bed'.