ae Jtóchiewms van nero*»»
t (deel, 12.)
VISSERIJ
Volgens artikel 13 ,van 'de Ordonnantie en keur der Heeren van Callantsoogeop
het jagen van wild, gold er in de heerlijkheid een visverbod, maar niet voor
pachters. Uit pachtcontracten van de 18de eeuw blijkt dat de heren van
Callantsoog een aantal visserijen in de heerlijkheid verhuurden, echter onder
deze visserijen staat het Zwanenwater niet vermeld. Voor die periode na de 18de
eeuw zijn dergelijke pachtcontracten niet aangetroffen. Wel bestaan er
contracten uit de 18de eeuw waarbij 'de duinlanden en wildernis' in hun geheel
of voor een gedeelte verpacht werden.Klaarblijkelijk was de visstand in het
duinmeer toentertijd te klein.
Ook in de 19de eeuw vond verhuur van 'het Zuiderduin' plaats zonder aparte
verpachting van de visserij. Het vroegst bekende contract waarbij het
Zwanenwater als viswater werd verpacht dateert uit 1955, welk contract
regelmatig verlengd werd en in 1973 nog bestond.
De pachtsom bedroeg f 1500,00 per jaar. Op de pacht rustte de verplichting tot
het jaarlijks voor maximaal f 100,00 uitzetten aan vis, waarbij ten aanzien van
de soort geen beperking was aangebracht.
De pachter van het viswater zette echter soms voor meer dan f 1000,00 aan vis
uit. Het zou hier voornamelijk glasaal betroffen hebben.
Voo>u>nede van keX ZtmnenrnXea
van Mut naaa ooz>X.
zeweep
HelhUUIHE*!
-cluuiva£fei
Zuxzwenuxde/i
,<p-p vfójtte,
SmjUElEN
7
Ek wenden atientei 4 oon-
ten v-ci -in de. duXnmeAen
van 't lm.nena)aX.eji uUX-
gezeX.
snoek
voorn
baars
62