hec oncscaati vari qKooce keecen
ZANDDIJK - GROOTE KEETEN - OGERWADDENGEBIEP KOEGRAS qE£l J
Jb.BAKEN GIN.
P.van Doorninck maakt in zijn 'Inventaris van Callandsoog' 1902) onder nr.141
melding van een 'Eigenhandige Memorie' (nov.1746) van een der Heeren van Ca 1 -
lantsoog, namelijk mr.Jacob Coren van der Mieden:
"Over het werk van den Zanddijk gedeeltelijk onder Callantsooge en gedeelte
lijk onder Den Helder êrTHüïscfuinen gelegen" en hij tekent daarbij aan:
"Na den storm en overstrooming van 22 Januari 1610 werd, ingevolge resolutie
van de Staten vari Holland, deze dijk in drie maanden gemaakt, loopende van de
Keeten tot aan de vaste duinen van Huisduinen."
Daar de toenmalige Landsadvocaat voor het leggen van deze 6i km lange dijk zijn
invloed ten goede had aangewend, kreeg deze ook wel de naam 01denbarnevelds-
di jki
Na deze aanleg kon het vloedwater van de Noordzee niet meer over de strandwal,
die het Noorder Sant genoemd werd, stromen. Soms echter kwam het water vanuit
het oosten via het Marsdiep en het Balgzand toch nog over de waardqronden aan
stormen.
In 1615 hebben de Gecommitteerde Raden - het dagelijks bestuur van de provin
cies Holland en Zeeland - de helmbeplanting van de Zanddijk aanbesteed.
Deze dijk kreeg daarna door aan- en overstuiving het karakter van een duinen
rij. In de 'Memorie' van 1746 staat het geheel van der Mieden eigen, in een
iets meer gezwollen stijl. We lezen: "Door aanstuijving in ruim 135 jaren is
hij) sodanigh aangegroeid dat dezelve is veranderd in een formeel gebergte van
sand en duynen en maar weijnige plaatsen overigh alwaar een vlaeuwe (=flauwe)
schetse of gedaante van een dijk te vinden is... Aldus light den ouden Sand-
dijk wesentlijk binnen en buijten Barmte geheel verlooren."