Een souvenir uit 1655
De Haarlemse schilders Salomon en Jacob van Ruijsdael, oom
en neef, trokken er graag op uit om inspiratie op te doen voor
hun 'Hollandse' landschappen. Jacob (1628/29 - 1682) werd
onder meer beroemd door zijn 'Haerlempjes', de panorama's
vanaf het hoge duin op zijn geboortestad. Maar hij legde ook
taferelen vast in Wijk bij Duurstede, Bentheim en Egmond
aan Zee. De Egmonden bezocht hij, wanneer hij bij zijn
familie in Alkmaar logeerde; het strand, maar ook de ruïnes
van Slot en Abdij trokken een kunstenaar natuurlijk sterk aan.
Veel van zijn werken gelden als topografisch betrouwbaar, wat
een betrekkelijke zeldzaamheid is in een tijd waarin het meer
ging om de sfeer en de symboliek van een schilderij dan om
een 'afdruk' van de werkelijkheid. Helaas zijn er maar weinig
voorstudies van hem bewaard gebleven, zodat het vergelijken
van de in het veld gemaakte schetsen met het eindresultaat uit
het atelier nauwelijks mogelijk is.
Van Salomon (1600/03 - 1670) zijn zelfs in het geheel geen
schetsen bekend, maar hij moet ze in groten getale hebben
vervaardigd. Niet als zelfstandig kunstwerk, maar voor
eigen gebruik: hij stoffeerde er zijn vrije, gefantaseerde
landschappen mee. Net als zijn neef vertoefde hij nu en dan
bij zijn Alkmaarse verwanten en maakte vandaar tochten
naar Egmond. Met name de ruïnes van de Abdijkerk en
de Buurkerk in Egmond Binnen moeten hem hebben
gefascineerd, want we vinden ze op talloze van zijn
schilderijen terug. Toch zou men zich kunnen afvragen,
waarom oom en neef net als latere rondtrekkende kunstenaars
niet ook eens rechtsaf zijn geslagen om zich te laten inspireren
door dat andere karakteristieke dorp met zijn beboste
duinrand en zijn eigen kerkruïne. Een getuigenis daarvan is nu
gevonden.
Sinds kort hangt in het Frans Hals Museum in Haarlem een
bruikleen uit particulier bezit, geschilderd door Salomon van
Ruijsdael in 1655. Het doek verbeeldt een weids panorama
onder een Hollandse wolkenlucht, met een forse boomgroep
op een duinhelling; daarachter vertonen zich hoge, blanke
toppen. Rechts vóóraan rust een herder met een paar koeien
en schapen, in het midden komen twee ruiters aangereden,
vergezeld van een jongen; links staan drie ruiters met elkaar
te praten, terwijl een bedelaar zich bij hen aandient. In het
coulissenlandschap wordt graan geoogst; een deel is al door
een paar boeren in schoven bijeengezet. Daarachter ligt een
dorpje, verscholen in het groen, met één boerenhuis dat de
karakteristieke vorm heeft van een stolp met voorhuis. Aan
de horizon kan men de contouren ontwaren van de ruïnes
in Egmond Binnen. Maar wat het meest in het oog springt is
het kerkgebouw van het dorpje, dat links in beeld komt. Het
hoge, blauwe dak met ooievaarsnest en dakruiter, de westgevel
met een portaaltje en een kleine zijbeuk aan de noordzijde:
het is onmiskenbaar de Bergense Ruïnekerk. Met de verdere
topografische details moeten we zoals gezegd voorzichtig zijn,
maar Salomon van Ruijsdael toont ons hier onmiskenbaar een
souvenir van een voettocht naar de Heerlijkheid in de zomer
van 1655. Hij is dus wel degelijk een keertje rechtsaf gegaan!
27
FRITS DAVID ZEILER
EN BERT BUIZER
Salomon van Ruijsdael, Gezicht vanaf het duin met links de Ruïnekerk van Bergen en in de verte de ruïnes in Egmond Binnen, 1655.
Collectie Frans Hals Museum, Haarlem, in bruikleen uit een particuliere collectie (foto: Arend Velsink).