Bergens 'Huis voor Lijders'
In april 1874 werd door de gemeente een woning gehuurd
van het Algemeen Armbestuur voor 36 gulden per jaar en
doorverhuurd aan Cornells Brammer met de verplichting:
1dat te allen tijde een kamer beschikbaar blijft tot het
opnemen van lijders aan besmettelijke ziekten;
2. dat lijders door hem moeten worden onderhouden en
verpleegd, tegen een vergoeding van één gulden per dag.
Waterleiding en riolering
Vanaf 1880 werkte dokter Van de Velde in een tijd, dat
er landelijk grote veranderingen en verbeteringen in de
gezondheidssector werden doorgevoerd. Ook plaatselijk
werd een mijlpaal bereikt voor de hygiëne van de ingeze
tenen door de komst van een drinkwatervoorziening voor
Bergen. Daarmee werd in 1885 een begin gemaakt met de
aanleg van duinwaterleidingen om Bergen en Alkmaar
van drinkwater te voorzien. Dit werd gedaan door de
Alkmaarsche Waterleiding. Bij het Huis met de Pilaren
en aan de Oude Bergerweg, naast de in die tijd gebouwde
woning Zuilenhof, waren publieke tappunten voor hel
der water uit de Bergense duinen. Door de omvang van
de werkzaamheden heeft het nog wel vele jaren geduurd
voordat alle woningen in Bergen op het waterleidingnet
konden worden aangesloten.
Tussen 1916 en 1921 is het grootste deel van het centrum
van Bergen voorzien van een riolering, waar straat voor
straat de huizen op werden aangesloten.
Er is lang en uitvoerig gediscussieerd alvorens men had
vastgesteld waarop moest worden geloosd.
Ziekenbarak
Uit de verslagen van de gemeente Bergen aan de provincie
blijkt duidelijk dat het dorp nog kampte met besmettelijke
ziekten. In 1903 waren er twee patiënten met febris
typhoïdea (tyfus), waarvan één met dodelijke afloop.
De Eerste Wereldoorlog bracht besmettelijke ziekten
zoals difterie en roodvonk in het land en ook in Bergen
werden er enkele gevallen van difterie geconstateerd.
Het gemeentebestuur was, met het oog op de duizenden
toeristen die Bergen bezochten, terecht zeer alert op een
goede aanpak hiervan. De Centrale Gezondheidsraad in
Utrecht heeft voor een houten noodbarak gezorgd, waar
in 1915 veertien patiënten waren opgenomen. Dokter
Van Pelt gaf nog datzelfde jaar opdracht tot ontsmetting,
omdat de ziekte onder controle was.
Maar de inspecteur voor de Volksgezondheid wenste een
permanente ziekenbarak in Bergen. In 1916 werd aan de
Kerkedijk, naar een ontwerp van de Bergense architect
J.C. Leijen, gestart met de bouw. In juli 1917 werd deze
ziekenbarak in gebruik genomen. In totaal werden in de
daaropvolgende twee jaren één difteritis-, één tyfus- en
zeven roodvonkpatiënten opgenomen. Korte tijd daarna
werd het interieur omgebouwd voor wooneenheden en
in 1936 werd de oorspronkelijke ziekenbarak het club
gebouw van de Berger IJssport Vereniging.
Ziekenbarak aan de Kerkedijk, later bekend als 'ijsbaanhuisje' (foto:
collectie Piet Mooij).
Dokter Th. A. van Pelt (foto: collecie Het Sterkenhuis).