G. de Wit
Herinneringen van een vaste vakantieganger
Een brief met onderstaand verhaal belandde in eerste instantie in de brievenbus van de ledenadmini
stratie van de HVB. Herman Gelens vroeg daarop aan de leden van Histon of een van ons er iets mee
wilde doen omdat hij er een artikel inzag voor de Bergense Kroniek. Daar ik mij al jaren had afgevraagd
hoe het de maker van de aquarel van ons huis, destijds aan de Nesdijk, zou zijn vergaan, bood ik aan
ermee aan de slag te willen gaan. Vele lange brieven met steeds nieuwe herinneringen volgden en
uiteindelijk ontving ik in december 2010 ook enkele foto's van het werk van de heer G. de Wit. Uit dit
alles heb ik onderstaand verhaal samengesteld, waarbij ik getracht heb de authenticiteit te bewaren.
Mijn ouders kwamen met ons als gezin al voor de oorlog in
Bergen. Elke keer in de maand augustus omdat mijn vader bij
het onderwijs was. De reis van Rotterdam naar Bergen was
toen nog een hele onderneming. Eerst reden we met de tram
naar station Delftse Poort, waar we op de trein naar Haarlem
stapten. Van daar gingen we met de trein naar Uitgeest om
over te stappen op de trein naar Alkmaar. Daar dachten we:
hoera, we zijn er. Maar nee, in Alkmaar moesten we met onze
koffers sjouwen naar het in de verte liggende perron waar
langs Bello stond. Maar dan volgde een prachtig ritje, langs
het Noordhollands Kanaal via Koedijk naar Bergen, als troost
voor alle manoeuvres.
Wij kwamen eerst op de Geestweg 2 bij de familie Pietersen.
In het huis ernaast, met het puntige dak op de hoek van de
Loudelsweg, woonde een rijke Amerikaan. Een klein heertje.
Ik zie hem nog lopen in zijn driedelig pak, keurig met een
wandelstok. We noemden hem de lilliputter.
's Morgens vroeg werden we altijd gewekt door de brood
machines van bakker Leijen, onze buurman, een zeer lange
gestalte. Onze groente haalden we bij het echtpaar Vrasdonk.
Mijn vader, een rasschaker, vroeg aan mij om een karton
voor de ramen te zetten met erop 'Schakers gevraagd'. Een
dag later meldde zich al iemand aan de Geestweg: de rech
tenstudent Wim Gootjes. Hij bleek de schaakkampioen van
Bergen te zijn. Vlak daarna kwam de heer Piet Seewald, die
de kampioen van Noord-Holland bleek te zijn. Jarenlang
kwamen ze met mijn vader schaken. Wim Gootjes kwam ook
altijd op het strand in Bergen aan Zee met mijn vader spelen.
Hij zat dan in de schaduw naast de tent die wij elk jaar met
de rest van de bagage met Van Gendt en Loos vanuit Rotter
dam opstuurden. Vaak stond er wat wind en dan blies Wim
Gootjes - ik zie het nog voor me - regelmatig het zand van
f "iörj i
MARIA SMOOK-KRIKKE
Reeds als dertienjarige was
Gerry de Wit bedreven in het
portrettekenen, getuige deze
tekening van koningin Juliana
met de pasgeboren prinses
Beatrix, 1938.
Het huis aan de Nesdijk, waar mevrouw De Wit in 1975 aanbelde met de
vraag of de eigenaren een aquarel van hun huis wilden kopen, opdat haar
altijd schilderende echtgenoot weer verf en papier zou kunnen kopen.