,*33
r5
3l HI
v r 3
Cr3
f
(.7
<B\
^hj^nlsV-Td)<7> JiJK-o
£V
J /l' 'éi
>o
3
2
,^<Zccjt>c.t'J V» »-i
beleggen. We lezen onder andere dat Gerritobligatiën ten
gemeene Lands Comptoire der Stad Alkmaar (500 gulden)
en 'terz Comptoire Generaal der Verenigde Nederlanden
(1000 gulden) kocht.
Evenals zijn vader Arent 'deed' Gerrit in land. Hij kocht op
30 mei 1731 van het Alkmaarse Burger Wees- en Armen
huis een ...stuckie weijdland, gelegen in de Bergermeer,
genaemt de Lijndraijer off Jaep Sijens landt, groot drie
mergen.
Ook was hij betrokken bij de procedures rond het beroep
op ds. Brandolphus, ds. Van Schelle en ds. Zoutmaat, zoals
uit de notulen van de kerkenraad blijkt. Vanzelfsprekend
leidde het verrichten van de verschillende werkzaamheden
tot veel contacten met allerlei inwoners van het dorp. Neem
bijvoorbeeld de zorg voor het onderhoud van het kerkge
bouw. Uit de rekeningen blijkt keer op keer dat de koster
de betalingen regelde (en vaak zelfs voorschoot) aan de
metselaar, leidekker, voerman of schoonmakers. We lezen
bijvoorbeeld dat aan meester Gerrit Bruijning betaald is
over verschot van vlees, brood, tabacq, pijpen als anders op
de respectieve bijeenkomsten van kerkmeesteren geconsu-
meert mitsgaders kussen en bezems ten behoeve van de kerk
gedaan f 22.19.0'.
Bij betalingen uit de openbare kas, zoals bijvoorbeeld voor
school, kerk, 'regthuis' en privé werd niet altijd duidelijk
onderscheid gemaakt naar bestemming.
In het Register, houdende resolutiën van schout, burge
meesters, achtsluiden en schepenen, 1737-1792 staat dat in
de vergadering van 13 april 1740 op verzoek van Gerrit
Bruijning, schoolmeester, besloten wordt jaarlijks 100 ton
nen turf en ca. 20 gulden aan hout aan te kopen. Men stelde
vast dat 'met de voornoemde Turff en Hout..het Regthuijs
en kerkstoven overvloedigh kunnen worden voorsien en dat
daarenboven nog een genoegzame quantiteit in redelijkheid
voor zijn huijshoudinge zal kunnen overschieten Een even
tueel tekort diende hij uit eigen zak bij te passen.
Gerrit Bruijning was kerkmeester van Pasen 1759 tot Pasen
1761, weesmeester van Pasen 1761 tot Pasen 1763 en voogd
van de minderjarige erfgenamen van juffrouw Hester de
Haes, huisvrouw van notaris Simon van der Mij, tot 13
november 1734.
Bij zijn overlijden in 1765 liet Gerrit zijn kinderen een
aanzienlijke erfenis na. De waarde van de erfenis werd be
rekend op 23754.8.2. en werd onder zijn twee nog levende
kinderen en de kinderen van zijn dochter Baartje verdeeld.
Zijn twee kinderen kregen ieder 7918.2.14., zijn kleinkin
deren kregen gezamenlijk datzelfde bedrag. Aan de boedel
beschrijving ontlenen we de navolgende gegevens:
8 October 1765
...staat en inventaris van alle de Goederen, Capitalen,
Actiën, Crediten en Schulden, welke door Gerrit Bruijning,
op den 23 Augustus 1765 tot Bergen in kennemerland over-
leeden, metter dood ontruijmt en nagelaten zijn bestaande
in de navolgende...' En dan volgt de opsomming. Ter illu
stratie volgt hier een greep uit de lijst:
Een huis met erf in de Kerkbuurt
Graf no 17 in de kerk
Diverse obligatiën of ligaties
Boeken met zilverbeslag, waaronder vier nieuwe testamen
ten en drie bijbels en avondmaalboekje
Zilverwerk, o.a. 70 lepels en 28 vorken
Delfts aardewerk zoals 54 tafelborden en drie 'quispel-
doozen'
Een 'noteboome kast' bevattende o.a. '62 laakens, 28
sloopen, een wit schortelkleed, 6 tafellakens, 27 servetten,
22 heel neusdoekjes, een half dito...'
Verder 4 tafels, 23 stoelen, een 'Vriesse klok', tuingereed
schap, een partij turf en hout etc.
Gerrit Bruijning is begraven in de Ruïnekerk, zoals reeds
was geregeld bij zijn testament.
J> ctaY v
3" /t? r?i
iC_, »wC£
7-Csll C>
'p<rr~</ y 7
J<3/
•i "£?-->'
,2-<f r <rt/> c i-
"}?J c-J,
Fragmenten uit de boedelbeschrijving van Gerrit Bruijning (foto: Bernard Nuyens).
cWm
*.- /li?--/-