Een goed bewaard
geheim
Kees Kaandorp (80) vertelt
over zijn grote geheim
tijdens de oorlog
'In de hongerwinter (1944) vroeg mijn meester of ik na school
even bij hem langs wilde komen. Ik was natuurlijk erg be
nieuwd naar wat hij te vertellen had.'
"Zou jij tussen de middag, op weg naar huis, een pannetje
eten bij de Adama van Scheltemaweg willen afgeven? Daar
zitten namelijk een paar jongens ondergedoken."
'Ik mocht er met niemand over praten, niet met mijn vriend
jes en zelfs niet met mijn ouders', vertelt Kees. 'Het moest
geheim blijven. Door de oorlog was ik wel gewend over be
paalde zaken niet vrijuit te kunnen spreken, want bij mij thuis
op de boerderij aan de Zuidlaan zaten ook onderduikers.
Omdat ik zo ver weg woonde, mocht ik zogenaamd tussen
de middag een half uur eerder weg. De Adelbertusschool was
in die tijd door de Duitsers gevorderd en daardoor werd er
lesgegeven in pension Boschlust aan de Kruisweg. Het pan
netje eten, verborgen in een tasje, moest ik bij een huis naast
het pension ophalen.
Onderweg keek ik altijd goed om mij heen ondanks dat er
veel huizen leeg stonden, maar toch! Bij de woning, verscho
len tussen de bomen, liep ik op mijn tenen en met ingehouden
adem het kronkelende grindpaadje op en zette behoedzaam
het pannetje op een vaste plek in de struiken. Ik heb er nooit
iemand gezien. Via de zijkant sloop ik dan naar de Notweg,
mijn ogen en oren altijd goed openhoudend omdat bij het
Russenmonument regelmatig soldaten patrouilleerden.
Toen de oorlog voorbij was, vroeg de meester of ik een keer
tje bij het huis wilde aanbellen, want de onderduikers wilden
mij wel eens zien. Dat vond ik natuurlijk héél spannend!
Jaap Min (kunstschilder) deed de deur open en vroeg of ik
mee naar boven ging. Daar zat nog een jongen, beeldhouwer
Henk Zweeris, mager en bleek. Jaap Min zei: "Wij willen je
als dank iets geven, maar we hebben eigenlijk niets. Weet je,
ik ben kunstschilder, zal ik een portretje van je maken?" In de
slaapkamer waar de twee ondergedoken zaten, had ik al een
paar schilderijtjes zien hangen en ik vond dit eigenlijk best
een goed idee.
Nadat ik door mijn moeder, aan wie ik nog niets verteld had,
op een woensdagmiddag naar de kapper was gestuurd, leek
mij dit een goed moment om me te laten naschilderen.
Ik belde aan en Jaap Min riep verschrikt: "Wat heb jij nu
gedaan?" De kapper had namelijk mijn haar netjes geknipt,
vet er doorheen gedaan en een keurige scheiding aangebracht',
zegt Kees lachend. "Ik wil je alleen schilderen zoals je er echt
uitziet", zei Jaap. 'Nog vier keer na school ging ik poseren,
maar wel zonder eerst naar de kapper te gaan.
Nadat het portretje af was, deed Jaap er een lijstje om en zo
kwam ik trots met mijn cadeau thuis. "Wat heb jij daar nu?"
vroeg mijn moeder. Toen heb ik haar pas het hele verhaal
verteld. Mijn ouders vonden het wel een aardig schilderijtje
en borgen het in een kast op.
Bij het opruimen van mijn ouderlijk huis heb ik het portretje
meegenomen, er een nieuw lijstje omgedaan en bij mij thuis,
zelfs een beetje uit het zicht, opgehangen', vertelt Kees wat
beschaamd.
'Jaren verstreken en herinneringen kwamen boven en tóén pas
kreeg het schilderijtje een betere ofwel mooiere plek.
En nu. Nü krijgt het steeds meer waarde voor mij, mijn kin
deren en zelfs mijn kleinkinderen.'
30
TREES BRUINSMA
Het huis de Windroos waar Kees Kaandorp het pannetje eten in de struiken zette
(foto: Riet Moreu).
Portret van Kees Kaandorp, geschilderd door Jaap Min (foto: Trees Bruinsma).